In den beginne, toen ik net verkering had met Boer, kwamen mensen mij bekijken.
Boer, reeds lang vrijgezel en rijp voor “Boer zoekt Vrouw’, had toch nog, op eigen kracht, een vrouwtje opgepikt in Cuba. Het scheen een stadse te zijn met rood haar en een roze jas die iets op een podium deed. Ik werd meteen geconfronteerd met een typisch Achterhoeks verschijnsel: de achterdeuren die altijd ‘los’zijn. Ik dacht steeds, maak die deur vast, draai een schroef aan als ie los is, maar nee, het betekent ‘open’.
En wel zó open dat iedereen opeens in je keuken staat. Niks aanbellen. De eerste keer dat ik op de boerderij was, lagen we ’s ochtends in bed en had een man met snor de deur al weer losgemaakt. Ik kwam beneden en de onbekende vroeg: ‘koffie?’
Boer trekt bij anderen mensen ook gewoon de deur los. Bij het bezoek aangekomen vertelt boer dat ik eerst had willen bellen voor we langs kwamen. Elkaar op de schouders slaand van het lachen om zoveel stadse onzin, staat er binnen een minuut een complete avondmaaltijd op tafel met kazen, worsten, zoutjes, wijn en bier. Op een of andere manier lijken Achterhoekers telepathisch; ze weten precies wanneer je komt.
Als er bij mij in Amsterdam wordt aangebeld, zet ik het als een nerveuze hyena nagelbijtend op een ijsberen. Het kan alleen maar een deurwaarder zijn of een agent met een slecht nieuws gezicht. Echte vrienden staan nooit zomaar op de stoep. Iedereen leeft volgens strakke agenda’s. Alles gaat op afspraak, 5 weken van te voren, via sms of mail. Als je dan een avond in je eigen huis zit, heb je dat zorgvuldig gepland. Dinsdag: ‘rommelen in eigen huis. Niemand zien.’
Het is heus niet dat ik niet gastvrij ben, ik ben gewoon overstadst. Mijn ouders sprongen vroeger al in een beweging achter de bank als er werd aangebeld. Ze kwamen er alleen maar achter vandaan omdat wij, de kinderen, naast de bank stonden, oog in oog met het bezoek dat door de ramen aan het gluren was.(‘We waren net bezig met de grote schoonmaak.’)
We spreken liever “ergens” af dan bij iemand thuis. Er is zoveel aanbod in de stad dat je het gevoel hebt iets te missen in je eigen huis. Liever proberen we een hip lunchtentje of een Ethiopisch eetcafé. Of er moet nódig een Litouwse dansgroep bekeken worden.
Stiekem willen we wel dat iemand bij ons de achterdeur komt lostrekken, maar de waarheid is dat we allemaal op zes hoog achter wonen op veertig vierkante meter. We hebben geen huis, laat staan een achterdeur.