Het is weer voorbij. De troosteloze grijze dagen op het platteland.
In Amsterdam duik ik op regenachtige zondagen één van de vele oude bioscoopzaaltjes in. Samen met drie andere belangstellenden mag ik graag kijken naar documentaires over huilende kamelen in Mongolië of naar veel te lange Franse films met tekst erin als:’Het leven is een opeenstapeling van misverstanden en dan gaan we dood’. (maar dan in het Frans) . Je wordt er, passend bij het weer, lekker gedeprimeerd van en als je buiten komt is het alweer, of nog steeds donker. Daar knapt een mens van op.
Om Boer te zien komt het er al jaren op neer dat ik op regenachtige zondagen vaak in de Achterhoek ben. De winter is niet haar sterkste kant. Niet naar buiten kunnen en in de krant op zoek gaan naar leuke uitjes in de buurt loopt vaak op een teleurstelling uit. In een hormonale bui wil ik nog wel eens cynisch aan Boer vragen:’Zullen we vandaag naar een tentoonstelling over vogelhuisjes of naar de trödelmarkt in Anholt?.
Boer wordt, zo vlak voor de zon doorbreekt, ook hangerig . Zeurend over het weer staart hij uit het raam. Er moet van alles gebeuren maar de plassen staan in het weiland. Als het voorjaar zich aandient knapt hij zienderwijze op. Hij wijst me op het eerste blad aan de boom en op vogelgeluiden:’Hoor je de specht lachen?’.
Op de eerste lentedag komen uit alle hoeken en gaten boeren en loonwerkers uit hun holen. Met haast om hun weilanden te bemesten of injecteren, drukken ze je met hun trekkers van de weg af. Geen droge dag te verliezen.
Ook kan Boer weer op mollenjacht. Zijn begroeting is deze dagen:’Hallo liefje, ik heb vandaag twee patjakkers gevangen!’
Ik kende hem pas kort toen ik Boer met een rood hoofd, woest zwaaiend met een dode kraai aan een stok voorbij zag komen. De kraaien hadden gaten geprikt in het plastic om de maïskuil. Met als gevolg beschimmeld voer, boterzuur in de melk en boetes.Aangezien kraaien dankzij de groene partijen meer rechten hebben dan boeren, mag Boer er niets tegen doen. Ik zei nog als het brave Hendrikje van de klas:’U zult geen kraaien doden’.
‘Deze was al dood’ gniffelde Boer en plantte de stok met kraai naast de kuil:‘Dat zal ze leren!’ Zo zie ik hem het liefst. Buiten strijdend tegen mollen en kraaien.
Laatst stond in deze krant een aankondiging van een tentoonstelling over de veelzijdigheid van het schaap. Nu het lente is kan ik me daar echt op verheugen. En daarna naar buiten. Samen mollenvangen.