De Olympische Spelen zijn voorbij en maakten pijnlijk duidelijk hoe ingewikkeld communicatie is. Twee gemiste gouden medailles door miscommunicatie. En de schaatsers spraken dezelfde taal. Kun je nagaan als ze allemaal een ander dialect hadden gesproken. Daar komen pijnlijke blunders van.
Toen ik pas verkering had met Boer kwamen we een buurman tegen. Ze begonnen een onbegrijpelijk gesprek waarin het enige begrijpelijke ‘doag vrie’ was. Dag vrij, dat kon een kind verstaan! Bij het afscheid stak ik vrolijk mijn duim in de lucht en zei: “Geniet ervan!” Buurman keek me merkwaardig aan. Boer vroeg toen we wegliepen: “Doen jullie dat altijd zo in de stad als iemand naar een begrafenis moet?” Sindsdien houd ik het bij wat neutraal knikken als er dialect wordt gesproken. De eerste jaren in de Achterhoek heb ik veel knikkend doorgebracht. Vaderboer leefde nog op de boerderij en voerde hele gesprekken met Boer in dialect.Daarbij vlogen er gezegden over tafel die met het weer en de boerderij te maken hadden. Van ‘er zit een schoer aan de log’ of ‘de pinken bunt ant ruppelen’ kon ik geen chocola maken.
Ik ken alleen maar woorden die in het woordenboek staan. Ik ben opgegroeid in Haarlem waar mensen om me heen altijd dezelfde taal spraken. Die schakelden thuis niet over op dialect. Mijn familie in Brabant vonden we heel apart met die zachte g. En dat ze een tas koffie dronken in plaats van een kop vonden we bizar. Dat zagen we dan helemaal voor ons. De familie met boodschappentassen vol koffie waar ze uit dronken.
Waar je het meest mee moet opletten in dialecten is de omschrijving van de geslachtsdaad. Ik heb me in België belachelijk gemaakt door aan te kondigen dat ‘ ik nodig moest poepen’. Poepen is voor Vlamingen het meest platte woord voor de geslachtsdaad. In de Achterhoek is het nog veel verwarrender. Als ik een nieuwe brommer nodig heb en tegen een besnorde verkoper zeg: “Ik kom brommers kieken” weet ik zeker dat ik zonder brommer thuis kom. En een potje Pieten, een onschuldig kaartspel voor 4 -jarigen eindigt hier ook weer met brommers kieken. Daarbij is de kans groot dat Boer gaat ‘lopen’ als ik het voorval vertel. Die uitdrukking heb ik mooi onder de knie. “De vrouw van de bakker is gaan lopen” hoorde ik Vaderboer ooi tegen Boer zeggen. Ik kende de vrouw in kwestie niet dus ging ervan uit dat de vrouw erg dik was en nu ineens aan sport was gaan doen. Of dat ze jaren in een rolstoel had gezeten en nu ineens was gaan lopen. De vrouw bleek een ander te hebben.
Sommige woorden zijn wel erg onsexy in dialect. In mijn jonge jaren had ik verkering met een Belg die me eens naar Schiphol bracht. Hij zei later aan de telefoon: ’’Ik heb uw vlieger staan uitwuiven.” Het leek me genoeg reden om de verkering te verbreken. En van een man in een grieze onderboks krijg ik het ook niet warm. Het is nog net geen reden om te gaan lopen.