melkkoeien, zand- en kleigrond, had ik een hekel aan regen. Een stom en chagrijnigmakend goedje vond ik het.Zomers waren geslaagd als ze warm waren en droog. Ik vroeg me nooit af wat gewassen, koeien en dijken zonder regen moesten.
Ik heb als parttime boerin opeens heel andere belangen. Op tijd regen.Het regent al maanden nauwelijks. Het gras is roodbruin en kraakt als je er op loopt.De koeien sjokken wat rond op de prairies. Vruchteloos op zoek naar gras en schaduw.Er valt niets te oogsten voor de winter. Bij gebrek aan gras vreten de koeien alle maïsvoorraden op. Af en toe komt er noodweer voorbij dat hier en daar een kerktoren tegen de vlakte slaat, caravans en tenten meesleurt, schaapskooien en mensen raakt.En een buitje van acht millimeter achterlaat. Het humeur van Boer en koeien is gedaald tot een historisch dieptepunt. We leerden elkaar kennen in 2003. Onze verkering kreeg in dat jaar onze eerste vuurdoop omdat die zomer ook extreem droog was. Maar toen waren we nog verliefd, ik kon hem nog afleiden.
2003 en 2010, het schijnt niets te zijn vergeleken met 1976. Het rampjaar 1976 staat in de Achterhoek in het geheugen van veel mensen gegrift. Gesprekken beginnen deze dagen met:” Ik weet nog goed, in 1976 mochten we niet meer achter het huis komen van vader. Als de koeien ons zagen begonnen ze te loeien om gras.”
Strenge winters herinneren mensen in de stad zich vaak wel. Strenge zomers niet. Ik ken niemand bij wie het jaar 1976 een belletje doet rinkelen. Ik was laatst aan het picknicken in het Vondelpark ter gelegenheid van een verjaardag toen het begon te regenen. “Shit, mijn was hangt nog buiten” riep een stedeling.“ Gelukkig is Boer nu heel erg blij.” Goed bedoeld maar erg naïef. Wij,bleke kantoormensen zonder gewassen en koeien, denken dat een buitje van tien millimeter alle problemen oplost. Ach, je kunt het ons niet kwalijk nemen. We hebben geen grond om het huis dus wat weten wij van verschroeid gras?
Ook al is het nog niet zo erg als in 1976, toch moet ik op mijn woorden letten. Soms kom ik mijn bed uit op de boerderij en roep:”lekker weertje, even in de zon ontbijten.” Dat kan natuurlijk helemaal niet als Boer erbij is. Dat is zout in de wonde strooien. Het WK leek soms voor wat verlichting te zorgen. Een voorbeschouwing leidde Boer soms even af van zijn dorre geest. Maar er kwam altijd het moment dat tijdens een wedstrijd het gras in beeld verscheen: “Het heeft in Kaapstad tien millimeter geregend. Het gras staat er mooi bij. Daar wel ja”, somberde Boer.Ik hoorde hem zelfs op een slecht moment zeggen:”Nederland hoeft geen wereldkampioen te worden als het maar zou regenen.” Dat leek wel op een ware depressie. Oh, verkeerde woordkeuze. Nu ja, Boer is gewoon neerslachtig.