Na een intensieve repetitieperiode ergens in het zuiden van het land, verlangde ik naar de boerderij. Het waren van die dagen waarin alle aspecten van theater moeten samenvallen: spel, decor, kostuums, geluid en licht. Werkdagen zonder daglicht waarin we onze hotelkamer alleen zagen om even in te slapen. Gelukkig heeft de bevalling een mooi kindje opgeleverd: Ze heet ‘Knofje waar zit je?’
Ik verheugde me dus op rust. Met Boer op de bank, dat leek me wel wat. Boer en de koeien dachten daar anders over. Die zaten net in een geboortegolf. Stand: zestien stieren en een vaars. Ik zat net op de bank toen Boer een overall naar me gooide. Een koe kreeg het kalf er niet uitgeperst. Na een hoop getrek, geduw en geloei kregen we het kalf eruit. Stand: zeventien stieren, een vaars, mijn haar onder de poep en mijn gezicht onder het bloed. Op naar de bank. Er kwam nog een klusje tussendoor. Een ander kalf had met zijn pootjes dubbelgeklapt in de baarmoeder gezeten en moest gespalkt worden. Daar dacht het kalf anders over en begon woest te spartelen. Boer probeerde het kalf tegen de grond te houden terwijl ik een ijzeren beugel om de poot deed. Daarna moest ik verband om de poot wikkelen om de spalk vast te zetten. Geloof me, met een kalf dat niet meewerkt is dat niet eenvoudig. Ik had me net weer geïnstalleerd op de bank toen ik moest aantreden voor een keizersnee. Boer voelde in de zwangere vaars een reus zitten en bedacht dat het een taakje was voor de dierenarts. Ik moest een operatietafel ritselen en vier handdoeken. Even schoot stads door me heen: “Ik krijg mijn roze handdoeken toch wel schoon?” Berta moest vastgezet, gereinigd op de operatieplek, verdoofd, geopereerd, gehecht en ingespoten met antibioticum. Ik doe er normaal alles voor om beelden van operaties te vermijden op televisie en nu stond ik te staren naar bloed, kak, ingewanden en onduidelijke stukken vlees.
De operatie was zo gebeurd. Binnen een kwartier trokken Boer en de dierenarts het reuzenkalf uit de baarmoeder. Intussen praatten ze wat over koetjes en kalfjes terwijl ik misselijk naar de bloederige toestand aan het kijken was. De dierenarts nam zijn educatieve taak serieus en legde van alles uit over het voordeel van kattendarmen enerzijds en synthetisch hechtingsdraad anderzijds. Hij liet me opgewekt zien hoeveel moederkoeken een koe heeft en haalde een maag te voorschijn: ”Kijk dit is de pens.” Toen de bevalling voorbij was, maakte hij zijn bloederige schort schoon, rookte een sigaretje en vertrok. De stal was een slagveld van bloed, kak, melk en stukjes navelstreng. En overal die onduidelijke lapjes vlees. Het reuzenkalf moest nog opgetild en in een hok gelegd. 61 kilo schoon aan de haak. Ik moest helaas mijn nog schone paarse handdoek in de strijd gooien om grip te krijgen op het glibberige, spartelende kalf.
Eindelijk op de bank. Stand: achttien stieren, een vaars, tien blauwe plekken, de geur van ontsmettingsmiddel en vol adrenaline.