Het is herfst, er waait een gure anti -culturele wind door Nederland. Het generaliserend negatief uitlaten over moslims is inmiddels normaal geworden. Nu zijn de ‘linkse hobby’s’ aan de beurt. Het gaat niet meer om bezuinigen en kritisch kijken waar het geld naar toegaat, nee, over onze geweldige orkesten mag je ‘gewoon eerlijk’ zeggen dat het ‘clubjes zijn die muziek maken.’ Het schijnt dat veel mensen er al die tijd al zo over dachten maar er niet voor uit durfden te komen. ‘Er kan gewoon een bom op’ hoorde ik laatst iemand zeggen over het prachtige Openluchtmuseum. Dus zo wordt er over cultureel erfgoed gepraat.
Ik hoor bij het groepje mensen met linkse hobby’s. Ik kan er niets aan doen. Ik heb een slechte jeugd gehad.Er werd thuis alleen klassieke muziek gedraaid. Ik moest naar kerken, kastelen en musea.Op tafel lagen boeken over Azteken en andere vreemde volken. In 1975 zaten er ineens Vietnamese bootvluchtelingen op de bank. Niks pretparken en hamburgerrestaurants.
Ik ben totaal niet voorbereid op een wereld zonder linkse hobby’s. Net als allochtonen hoor ik bij een minderheid en zal me moeten aanpassen.
Ik ben me aan het oriënteren op rechtse hobby’s. Dat moet iets zijn met zichzelf bedruipende activiteiten of zo. Ik begon met het kijken naar het kijkcijferkanon Oh oh Cherso. Het schijnt dat meer dan een miljoen mensen daar om lachen dus dat zou ik ook moeten kunnen. Na afloop liepen de tranen over mijn wangen. Leeg voelde ik me. Ik huilde om ons mensen die zoveel potentie hebben en genieten van zoveel oppervlakkigheid. Dat janken is logisch want ik heb een linkscreatieve ziel en dan moet je vaak ‘huilie huilie’
Ik had een angstvisioen. Ik woonde in Henk en Ingridland.Ik zat in mijn caravan en luisterde naar Hollandse hits.Op tafel lagen roddelbladen. ’ s avonds keek ik op televisie naar Oh oh Schertsvertoning, Buikdansen met de sterren en naar een clubje mannen dat uren over voetbal praatte. In de sleurhut naast me zaten Henk en Ingrid. Samen scholden we op alle ellendige volkjes die ons mooie land bedreigen en op clubjes die muziek maken. ‘Belachelijk dat hun geld krijgen’ riep ik, terwijl ik het hoogtepunt van de Hollandse cultuur in de vorm van een kroket naar binnen werkte.
Ik heb flink wat cultuur gesnoven de afgelopen tijd. Je weet maar nooit of er volgend jaar nog geld voor is. Zo waren Boer en ik in Groenlo waar de slag om Grolle van 1627 werd nagespeeld. Door zo’n duizend re- enactors uit alle windspreken. We hebben rondgelopen door de kampementen. Het zag er authentiek uit. We hebben met handen en voeten praatjes gemaakt met de acteurs die drie dagen op bedden van stro sliepen in winderige tenten. Al hun vrije dagen besteden ze aan hun passie, het naspelen van historische gebeurtenissen in Europa. Als de subsidies ophouden, betalen ze het wel uit eigen zak. Ik zag twee Spanjaarden die geld uit de muur trokken en daarna op een terras een uitsmijter gingen eten. Ik moest weer ‘huilie huilie’ maar dit keer van het lachen.