Toen Boer nog een Boertje was, hadden zijn ouders, naast koeien ook varkens en kippen op de boerderij. De meeste werden opgehaald en naar de slachterij gebracht. Eens per jaar kwam er een huisslachter om een varken te slachten voor eigen consumptie. Boer stond toe te kijken hoe het varken werd geslacht en aan een ladder werd gehangen. Vader zette het varken even onder stroom, opdat de katten er niet aankwamen. Alles van het varken werd gebruikt. De kop werd afgesneden en het bloed werd opgevangen in een emmer. Moeder en oma maakten er bloedworst van. Het varken werd in stukken gesneden, in plastic zakken gedaan en naar een vriescel gebracht in het dorp. Af en toe haalde Boer met vader een stuk van hun varken. Oma slachtte ook met enige regelmaat een kip. Vader sloeg de kop eraf, want dat ging zelfs haar te ver. Vervolgens plukte ze de kip, haalde het vel eraf en de ingewanden eruit. Het gezin smikkelde alles op, oma kreeg het levertje en de strot. Boer zelf liet ooit een stier slachten in de slachterij. Zo’n 350 kilo aan vlees. Een kwart nam hij mee naar huis en de rest heeft hij verkocht aan vrienden. De tong, de delicatesse werd als eerste opgeëist. Hij heeft er jaren van gegeten. Er liggen nog steeds onduidelijke zakjes in de vriezer. Laatst vond Boer kwetsen uit een ver verleden in de vriezer en maakte er bowl van. Dat heb ik uiteraard niet gedronken. De kwetsen zagen eruit als stukjes stier. Mijn Brabantse oma zette ons, nuffige Haarlemse kleinkinderen, vroeger eens bloedworst voor. Dat weigerden we standvastig. Het idee alleen al. Bloedworst.
Ik werd als kind professioneel uit de buurt van dode dieren gehouden. Mijn vader had onze cavia al begraven voor we hem dood konden zien. We maakten een kruis met de naam van onze cavia erop. Daarna schreef ik een afscheidsbrief en legde die op het graf. Er kwam nog net geen rouwtherapeut aan te pas.
Gelukkig heb ik Boer ontmoet in deze tijd. Slachten gebeurt niet meer op boerderijen in Nederland. Hoewel, vorige week had Boer weer even een priveslachterij aan huis. Ik was gelukkig aan het werk. Er moest een koe bevallen. Boer trok aan de pootjes en het hoofd kwam eruit. Het kalf bleek dood. Wat Boer ook probeerde; het lijf kwam niet mee. Boer belde de dierenarts en samen probeerden ze het hoofd terug te duwen. Dat lukte niet want de baarmoeder zat te strak om het kalf. De dierenarts besloot de kop af te snijden en over te gaan tot een keizersnee. Nog kwam het kalf er met geen mogelijkheid uit. Het lijf was veel te groot. De dierenarts prikte een gat in het lijf, waar 40 liter water uitliep. Het bleek een totaal misvormd waterkalf.
Eenmaal op de boerderij hoorde ik het verhaal gruwelend aan. ’s Nachts schoot ik ineens wakker. “Wat heb je eigenlijk met de kop gedaan?”
“Die ligt in de kruiwagen hoezo?”
“HOEZO? Ik ga nooit meer naar buiten!” De volgende morgen legde Boer een dekentje over de kop.