Ik zag vorige week zaterdag beelden van de opening van het Rijksmuseum. Duizenden mensen stonden in de rij te wachten tot ze gratis naar binnen mochten. Al die mensen konden geen dag langer meer wachten; de Nachtwacht moest op de dag van de opening bekeken worden. Ik wil er ook graag heen, maar ik heb een sterk verlangen om naar een museum te gaan als er niemand is.
Ik verheug me het meest op een fietstochtje door de beruchte fietspassage. Dat kan nog maar een paar keer per dag, anders worden er teveel museumbezoekers overreden. En dat kunnen we niet hebben in Amsterdam nu de toeristen eindelijk weer in groten getale naar het museum komen.
Boer en ik waren onlangs in Parijs en wilden Hollandse meesters bewonderen in het Louvre. We hoopten op de woensdagavond een leeg museum aan te treffen maar helaas, in zo’n beroemd museum is het altijd druk. In de rij stonden Aziaten, heel veel Aziaten. Het rare aan Aziaten is dat ze zich lijken te vermenigvuldigen zonder zich voort te planten. Er stond een groep voor ons in de rij van 30 mensen. Diezelfde groep bestond een kwartier later uit 100 mensen. Eenmaal binnen renden ze met een camera in de hand achter een vlag aan, in één streep naar de Mona Lisa. Het leek me een leuk antropologisch onderzoek, Aziaten in musea bestuderen, dus ik sleepte Boer mee achter de groep aan. De Mona Lisa hing er eenzaam bij, achter glas, in haar eentje aan een muur. Een touw moest het hongerige volk op afstand houden. De Aziaten kwamen flitsend aanrennen en lieten zich fotograferen met het beroemde schilderij op de achtergrond. Niemand bekeek haar, ze werd enkel geflitst. Ik deed hetzelfde en heb de foto zelfs getwitterd. Om de mensheid te laten zien: kijk mensen, daar waar het gebeurt, daar ben ik. Zonder het schilderij verder te bekijken rende de groep Aziaten, het waren er inmiddels 200, achter de vlag aan naar de Venus van Milo. Na de Venus rende de groep naar de uitgang om zo snel mogelijk een ander Europees land te bezoeken.
De andere zalen waren uitgestorven. Eén vrouw had de Aziatische groep van zich afgeschud en kwam alleen de zaal binnengerend waar wij Hollandse meesters bekeken. Je kon haar gezicht niet zien want ze hield een iPad met twee handen voor haar gezicht. Ze fotografeerde links en rechts schilderijen zonder stil te staan. Rennend verliet ze de zaal, de Ipad nog altijd voor haar gezicht. Ze liep tegen een muur maar bleef doorrennen. Ik liep achter haar aan want zoiets leuks had ik nog nooit gezien. Als een kangoeroe rende ze fotograferend een paar zalen door en sprintte toen naar de uitgang. Ik dacht dat het Ushi was of een ander leuke act. U kunt mij zo boeken als dit typetje, ik weet zeker dat het succes heeft.
Ik denk dat de Amsterdammers een hoop pret gaan hebben van het Rijksmuseum. Wat is er leuker dan toeristen, die fotograferend op het fietspad voor het Rijksmuseum lopen, hard met de fietsbel rinkelend de stuipen op het lijf te jagen. Dat is bijna nog leuker dan de Nachtwacht bekijken.