Eén van de eerste roddels die ik hoorde toen ik in de Achterhoek kwam was deze: Boer is geen echte boer. Hij is altijd weg, maakt verre reizen en hij praat over alles als het maar niet over boeren gaat. Boer is het gewend dat er over hem gepraat wordt. Hij zegt: “Zolang de boekhouder en de bank niet over me klagen is er weinig aan de hand.” Boer past kennelijk niet in het plaatje van boeren die mensen in hun omgeving hebben.
Dat er, op zijn manier, achter de schermen best goed geboerd wordt, zal hij niet snel zeggen. En dat hij onlangs een leuk succesje boekte, zal ik dan maar opschrijven.
Boer kreeg bericht van het CRV, een onafhankelijk bedrijf dat melk van veehouders controleert, dat hij bij de 5% hoog productieve bedrijven van Nederland hoort. Leuk gedaan voor een boer die niet echt is. Hij wil niet dat ik dit opschrijf: “Als het straks minder gaat staan ze vooraan om me neer te sabelen.”
Boer is de eerste om zijn succesje te relativeren: “Soms zit je gewoon in een periode dat alles goed loopt.” Boer heeft op dit moment een toplichting koeien: het is AJAX-elftal van begin jaren 70. Boers verdienste in deze is dat hij al een paar jaar precies op het goede moment maait. Zijn graskuilen zijn van topkwaliteit en dragen veel bij aan de productiviteit van koeien. Maar: topgras te eten geven aan kneusjes, daar red je het niet mee. De factor geluk speelt een grote rol.
Topkoeien zijn topsporters en een topsporter wordt je niet zomaar. Je moet naast talent, de juiste mentaliteit hebben en enigszins egocentrisch zijn. Neem nou Klaartje 17, roepnaam Kliertje, die 45 liter melk per dag geeft. Kliertje is altijd aan het eten. Vergelijk het met trainen. Daar zal Sven Kramer ook wel eens geen zin in hebben maar hij doet het wel.
Kliertje is een koe met een totaal eigenzinnig karakter. Ze begrijpt het concept kuddedier niet helemaal, of liever, ze wil geen kuddedier zijn. Ze wil uitblinken! Als ik de koeien uit de wei haal om gemolken te worden staan ze al te wachten bij het hek: Vijf uur is vijf uur, melktijd. In de uiterste hoek van het weiland, staat nog één koe, u raadt het al, Kliertje. Ze heeft net een fantastisch stuk gras ontdekt en komt niet. Ze eist een Vipbehandeling. Ik moet haar ophalen en begeleiden. Om de drie stappen staat ze stil en wacht ze tot ze een zetje krijgt. Opeens denkt ze: ik wil als eerste gemolken worden! Ze dringt zich worstelend naar voren. Nadat ze gemolken is rent Klier naar de krachtvoerbox en daarna wil ze als eerste onder de borstel. Alles moet perfect zijn bij een topper, ook de vacht. Gemiddelde koeien denken: ach, ga jij maar eerst, ik wacht wel even. Deze competitieve lichting moet daar niets van hebben. Er zijn er meer die eerst willen. Het is een geduw en getrek van jewelste in de stal.
Boer komt mopperend binnen: “Nummer 24 heeft haar poot gekneusd en nummer 32 heeft uierontsteking. “ Ajax is al weer over het hoogtepunt heen.