Boer en ik waren laatst op een feest voor een 50-jarige met lange tafels. We zongen ein prosit dat eindigde in eins zwei drei saufen en liepen in polonaise achter een man met een trompet aan. Voor deze feestelijke Achterhoekse elementen draai ik, na elf jaar Achterhoek, mijn hand niet meer om. Er schoot nog even door me heen: hoe leg ik ein prosit uit aan mijn vrienden in Amsterdam. Maar verder viel ik nauwelijks uit de toon op het feest.
Ik moest denken aan mijn eerste 25-jarige huwelijksfeest in de Radstake. Voor de ingang stond een boog met roosjes. “Dat doet de buurt, het heet mooimaken,’’ zei Boer. We kwamen in een enorme zaal met lange tafels. Op de tafels stonden bordjes: familie, buurt, voetbal, badminton, vrienden. Boer liep zelfverzekerd naar een tafel; hij wist gelukkig waar we moesten zitten. Iedereen bleef aan zijn eigen tafel zitten. Ik vroeg me af of er lijfstraf op zou staan als ik van tafel wisselde om een praatje met een bekende aan een andere tafel te maken.
Ik kwam tot die tijd zelden op huwelijksfeesten. De getrouwde mensen die ik ken deden dat, heel ongezellig, op maandagochtend. Niks feest. In de Achterhoek vieren mensen niet alleen dat ze trouwen maar ook dat ze ooit getrouwd zijn. De feestvarkens stonden netjes naast elkaar om de felicitaties in ontvangst te nemen, met de kinderen ernaast. Wat een goed opgevoede kinderen wonen er in de Achterhoek. Daar zag ik mijn puberneven in het westen niet aan meewerken: in een rij staan en handen schudden in een nette blouse.
Halverwege de avond was ik stapeldronken. De ober bleef maar uitrukken met bladen bier zonder zijn opschrijfboekje te gebruiken. Om een uur of tien werden er buffetten aangerukt. “Maar we hebben al gegeten,” zei ik. “ Dan eet je toch nog een keer,” zei Boer. U weet dat wij in het westen blij zijn als we een bakje borrelnootjes krijgen op een feest. En dat de kans groot is dat ‘je omkomt van de dorst’ zoals een Achterhoekse vriend de situatie op westerse feesten ooit omschreef.
Het bruidspaar moest, na ein prosit een openingsdans doen. Een stijldansende man! Ik vroeg Boer of hij ook kon stijldansen. Hij bleek net als zijn vrienden op dansles gezeten te hebben, maar weigerde verder elke medewerking.
Net toen ik zeker wist dat we ons op Duits grondgebied bevonden, zette de DJ een Amsterdamse medley in. De gasten stonden op en begonnen een polonaise te lopen. De een keek er vrolijker bij dan de ander. Daarna stond ik ineens in een kring om het bruidspaar heen. Ik kreeg serpentine in mijn hand gedrukt. Dolenthousiast gooide ik het rolletje richting het bruidspaar. Ik was de enige. Snel graaide ik de serpentine bij elkaar, rolde het op en besloot beter op te letten. Het bruidspaar werd ingepakt met de serpentine, de DJ zette het nummer Ze leven hoog in en het bruidspaar werd met stoel en al in de lucht gehesen. Om 1 uur kregen we koffie met broodjes; mijn derde maaltijd na 6 uur ‘s avonds. Sindsdien maak ik een drank-en voedselplan als ik een Achterhoeks feest heb: viltje op mijn glas en de avondmaaltijd sla ik over.