Sinterklaas is het land uit; van de zwartepietendiscussie zijn we weer verlost. Tijd om een belangrijker punt op de agenda te zetten: wat doen we met de wildgroei aan slechte sinterklazen zonder talent.
Na een optreden wordt me vaak gevraagd: “Leuk, wat doe je overdag?”
Een vraag die impliceert dat optreden geen vak is. Geloof me, als je ooit een mislukte Sinterklaas hebt gezien, dan weet je dat het een vak is.
Ik speel al jaren Sinterklaasvoorstellingen waar platte Amsterdammers en zichzelf leuk vindende Sinterklazen voorbijkomen. De Sinterklaas die ik in Rotterdam aantrof vorige week sloeg alles.
Ik speelde een voorstelling met een pianiste. Toen we ‘Sinterklaasje kom maar binnen’ zongen, kwam Sint chagrijnig binnen, op witte sportschoenen, zonder te groeten.
Zwarte Piet smeet het strooigoed zo hard naar de kinderen, dat er twee gewond raakten.
Ik was officieel klaar met mijn taak maar moest weer optreden.
“Dag Sinterklaas, wilt u misschien gaan zitten?”
De man ging in de stoel liggen. Van dichtbij zag ik zijn blauwe opgezwollen neus.
‘’Wilt u wat tegen de kinderen zeggen?’’ redderde ik.
“Ik hebt me boekt nie bij me, ik weetnie.”( ik probeer Rotterdams)
“Zullen we ‘Sinterklaas kapoentje’ voor u zingen?’’ modderde ik verder.
‘’Nee, doet maar niet, dat vind ik geen leuk liedje.”
Toen sprak hij de onvergetelijk woorden tegen een bange 5-jarige: “Wat hebt ik gehoord, hebt je moeder een eierstokontstekingt?”
De pianiste zette ‘Dag Sinterklaasje’ in maar Sint wilde niet weg. Ik besloot het minder subtiel aan te pakken: ‘’Nou Sinterklaas, u zult wel wegmoeten, u heeft vast nog veel te doen.’’ Die hint pakte hij helaas niet op, waardoor mijn collega zich gedwongen voelde om ‘Dag Sinterklaasje’ nog eens te spelen, maar nu heel hard.
Toen ging de Sint eindelijk, weg zonder de kinderen gedag te zeggen. Wij improviseerden nog maar wat liedjes. Het is tenslotte een vak.