Boer is altijd druk met zijn weerstation en het bestuderen van grafieken van Europese en Amerikaanse weerdiensten. Dit jaar kon hij de computermodellen niet bijhouden. Het jaar 2015 trok met extreem weer aan ons voorbij. Record na record ging aan flarden. Maandenlang klaagde Boer over het koude, droge voorjaar. Met als dieptepunt de nachtvorst, eind april. De regen bleef uit en het gras schroeide weg, waarna Boer een nieuw klaagrecord vestigde. Toen hij zijn thermo-ondergoed eindelijk had opgeborgen, (gekregen van zijn Haarlemse schoonmoeder: “Dat is toch zielig, een boer in zo’n koude stal.”) kreeg hij eind juli alsnog nachtvorst over zich heen. Van de vorst aan de grond gingen we via een hittegolf door naar de zware zomerstorm op 25 juli. De mais lag tegen de grond en overleefde maar net de hagel en rukwinden. Op 3 augustus was het tropisch warm en 17 augustus werd de koudste 17 augustus sinds het begin van de metingen in 1901. Ergens in augustus barstte de hemel open, waardoor augustus in de top-10 van natste augustusmaanden eindigde. Naast wateroverlast door slagregens, kwamen zware windstoten voor en veroorzaakten wervelwinden veel schade. De codes geel, oranje en rood vlogen in het rond. In november en december maakten we de tuin lenteklaar, zaten we op terrassen met de vliegenmepper muggen van ons af te slaan en stonden we op tweede kerstdag massaal in de file op weg naar het strand. Zo’n warme winter heeft leuke voordeeltjes: minder griepgevallen, lagere stookkosten en nauwelijks gladheid op de wegen. Uit klimaatscenario’s blijkt dat extremen in het weer alleen maar verder zullen toenemen, met grote maatschappelijke gevolgen. Boer roept nog maar eens een Achterhoekse weerwijsheid mijn kant uit terwijl ik dit schrijf: “Met kerst in het heufke, met Pasen bij het steufke. Ik berg mijn schaatsen nog niet op.