Veel melkveehouders keken uit naar de dag dat het melkquotum werd afgeschaft: 1 april 2015 werd zelfs ‘Bevrijdingsdag’ genoemd. Nu konden boeren eindelijk zoveel melk produceren als ze wilden. Boeren in heel Europa schaften extra koeien aan en investeerden honderden miljoenen om uit te breiden.
Een jaar na ‘Bevrijdingsdag’ is de droom in duigen gevallen. Door de overproductie stortte de melkprijs in. Kaaspakhuizen liggen vol en de boterberg groeit. De vraag naar zuivel groeide niet mee met de productie. Rusland boycot Europese zuivel en de verwachte toenemende vraag uit China blijft uit. Vanwege de mest die al die extra koeien produceren worden boeren verplicht extra fosfaatrechten te kopen als ze willen uitbreiden. Om de melkprijs op niveau te krijgen, moet de productie omlaag: de staatssecretaris stelt dat de veestapel met 4 tot 8 procent moet inkrimpen. Daar zit je dan met je koeien, nieuwe stal en schulden.
Volgens banken kan een derde van de zuivelboeren in Nederland niet of nauwelijks aan zijn betalingsverplichtingen voldoen. Agrariërs vinden dat de overheid moet ingrijpen om te voorkomen dat hun bedrijven failliet gaan. Zouden dat dezelfde veehouders zijn die stonden te juichen op ‘Bevrijdingsdag?’ Als je een vrije markt economie wilt moet je daar de consequenties van accepteren en dat willen mensen alleen als het positief is. Maar het kan dus zomaar zijn dat de prijs van je product zo keldert dat je in financiële problemen komt. Er zijn boeren die van 100 naar 300 koeien wilden, met alle leningen die daarbij hoorden.
De mensheid vraagt erom gereguleerd te worden: het individu gaat er te vaak als een dolle stier vandoor, op zoek naar meer.
Boers boekhouder zegt al jaren: “Als je van 100 koeien niet kunt leven, dan van 300 ook niet. Laat je vrouw maar een dag meer werken.” Dus dat papegaait Boer nu dagelijks: “Moet jij niet een dag meer werken?”