Er is paniek in zuivelland, nog meer dan anders.
Brussel heeft het verzoek om fosfaatrechten voor Nederlandse boeren afgewezen. We hebben al jaren een uitzonderingspositie binnen de EU; onze boeren mogen meer mest uitrijden dan andere lidstaten. Sinds de afschaffing van het melkquotum in 2015 zijn we ver boven dit mestplafond gaan produceren.
Als de regels niet ruimer worden, moeten Nederlandse boeren van 400.000 koeien af.
In april 2015 stonden veel veehouders te juichen: eindelijk bevrijd van het melkquotum. De melkprijs was 42 cent per liter en de export naar Aziatische landen liep als een dolle.
In die bubbel ging iedereen mee: veehouders, melkverwerkingsbedrijven en banken.
Boer, een aartsrealistiche pessimist, zag jaren geleden al dat dit feestje niet goed zou aflopen. Ik zie hem nog voor me aan de keukentafel, terwijl hij zijn bankadviseur en boekhouder met een rood hoofd uitlegde dat ze collega-boeren moesten afhouden van hun uitbreidingsdrift: “Wij boeren kunnen een liberale markt niet aan, we kijken alleen naar waar we zelf mee bezig zijn.’’
Mensen die er verstand van hebben wisten dat we door het mestplafond zouden schieten en dat er veel te veel melk op de markt zou komen, maar naar pessimisten wordt niet graag geluisterd.
De melkprijs daalde naar 25 cent en allerlei paniekmaatregelen werden van kracht. Voor elke liter melk die je als boer niet levert krijg je sinds kort toeslag. Boeren willen van hun pas aangeschafte koeien af, maar wie wil ze hebben? Veehandelaren halen kalfjes die minder wegen dan 42 kilo niet eens meer op, ook niet als je er geld op toelegt.
Het voordeel van pessimisme is dat je de bui al ziet hangen.
Boer verkocht in het voorjaar twee koeien aan Rusland; die worden nu geïndoctrineerd door Poetin. Rusland boycot onze melk, maar twee goedkope, gezonde Hollandse Bertha’s wilden ze graag hebben.