Elke dag minimaal een half uur wandelen. Dat is een voornemen van jaren geleden, waar ik me zo strikt mogelijk aan houd. Ik ben behoorlijk dwangmatig in mijn drang naar daglicht en beweging. Het is een dieet waar ik baat bij heb. Ik heb er ook geen hekel aan, maar het komt vaak niet uit. Vanwege het weer, tijdgebrek of omdat ik moe ben en op de bank wil zitten. Dat doe ik niet. Ik móet lopen van mezelf. Natuurlijk zit er iets achter mijn wandeldwang. Het is een soort therapie, ik weet dat het goed voor me is. Als kind al zat ik regelmatig hard huilend met mijn neus tegen het raam geplakt: “Mama, waarom is het zo dohohuhohuuhonker??’’

Donkerte zit helaas in de familie en mijn moeder herkende het meteen: aanleg voor (winter)depressie. De huisarts zag het ook: dat kind heeft daglicht nodig. En beweging. Zo heb ik in mijn leven regelmatig onder een daglichtlamp gezeten en altijd aan buitensporten gedaan. Kunstlicht heeft absoluut niet dezelfde uitwerking. In de winter is het lastig om mijn dagelijkse lichtjes te scheppen. ’s Morgens in het donker de fi les in, optreden en ’s middags in het donker thuiskomen. Dat is linke soep voor mij. Als het even kan, loop ik tussen de voorstellingen door. Na een kindervoorstelling – meestal vroeg op een school ergens ver weg en na een veel te korte nacht – vallen mijn collega’s en ik plat op de grond, zo moe zijn we. Na een paar minuten hijs ik mezelf omhoog en zeg: “Ik ga wandelen.” “Daar gaat de wandelclub weer”, roepen mijn collega’s dan. “Wij blijven hier.” Hoeveel tegenzin ik ook heb, ik heb er nooit spijt van.

Een alternatief is dat ik tijdens de terugreis, voor het begint te donkeren, mijn dagelijkse ommetje maak. Mijn wandelschoenen staan altijd in de auto. Ik ga overal van de snelweg af, parkeer mijn auto en loop een uurtje. In elk stadje, een ander padje. Ik ken overal leuke wandelroutes. Ik presenteer elk jaar voorleeswedstrijden in heel Flevoland. Dan wandel ik langs het IJsselmeer in Urk of loop door het Kotterbos bij Almere. Als ik de A12 moet afrijden, doe ik een rondje bij Leersum op de Utrechtse heuvelrug of loop op de Posbank bij Rheden.

Ik heb altijd gedacht dat ik nooit in Nederland zou blijven wonen vanwege de winters. Ik woon er nog steeds. Wel luister ik nog steeds braaf naar de woorden van de huisarts: zoek het daglicht op, ga naar buiten, juist in de winter en beweeg in de buitenlucht. Als je ooit een depressie had, doe je er alles aan om die te voorkomen. Als u dit leest, zijn we terug van onze jaarlijkse januarivakantie in een zonnig, licht land. Zo’n trip zou eigenlijk vergoed moeten worden, op therapeutische basis. Voorkomen is immers beter dan genezen.