In de winter vergeet ik wel eens dat ik een boer als partner heb. Het komt voor dat ik weken niet in de stal kom. Af en toe assisteer ik bij een bevalling of houd ik de staart van een koe vast om te voorkomen dat Boer wordt geslagen tijdens het klauw bekappen. Dat is het wel zo’n beetje wat mijn taken betreft. Boers werk blijft altijd doorgaan,
want het melken moet twee keer per dag, zeven dagen per week. In rustige periodes kan hij nog wel eens een concert of theaterbezoek plannen. Dat houdt echter op, zodra het groeiseizoen losbarst. Ineens moet er van alles gebeuren en wel meteen. Met dank aan de grillen van het weer. Ploegen, het land ‘lostrekken’ en zaaiklaar maken, maïs inzaaien,
grasmaaien en inkuilen. Uiteraard gaat de cultivator stuk, een lager van een hark of de ploegschaar. Boer moet direct naar de garage waar ik hem moet ophalen.

Intussen brengt hij alles in gereedheid voor de weidegang. Hij plaatst palen om de weilanden en rastert alles met prikkeldraad af. Hij installeert stroomapparaten en waterpompen, tot alles klaar is voor ‘hoefjesdag’, de dag waarop de koeien naar buiten mogen. De melkkoeien zijn al eerder buiten geweest en springen vrolijk de wei in. Voor het jongvee trekken we een middag uit, want dat is een ander verhaal. In blinde paniek vliegen de pinken alle kanten op. Als ze al naar buiten durven… Uiteraard springt er altijd één dwars door het prikkeldraad de tuin van de buurman in en zijn we uren bezig met puin ruimen.

Dit jaar werd Boer op de dag na hoefjesdag gebeld: er waren pinken ontsnapt. Ik had nog precies twee uur voor ik mijn BTW-aangifte moest inleveren. Met piepende trekker scheurden we naar de boswei. De dametjes hadden door dat er geen stroom op de draad stond; er bleek een contactje los te zitten. Uren renden we achter het jongvee aan. Heel veel later stonden ze weer in het weiland, waar inmiddels de waterpomp kapot was gegaan. We haalden een nieuwe en sloten deze aan. De deadline voor de BTW haalde ik niet. Wat valt er te plannen in het leven?

Een paar dagen later – ik was op weg naar een festival – belde Boer dat ik terug moest komen. De loonwerkers kwamen aan het eind van de dag onverwacht het gras inkuilen. Boer moest halsoverkop het gemaaide gras bij elkaar harken. Zijn medewerker en ik ontfermden ons over de oude graskuil. Uren stonden we in de brandende zon zand van de
kuil te scheppen, totdat alles pijn deed. We waren net op tijd klaar om de loonwerkers met het gras te verwelkomen. Uren later dan gepland. Er zat zoveel suiker in het gras dat de machine was vastgelopen. Nee, op dat festival ben ik nooit aangekomen.