Boer zit, vanwege de droogte, al weken binnen met ramen en deuren gesloten. Hij gaat voor het melken en het hoognodige werk naar buiten. Daarna sluit hij zich weer op.

Hij praat veel over de zomer van 1976: ‘Het water ging op rantsoen en op de Veluwe waren bosbranden.’

Ook laat Boer vaak het woord hoogterug vallen. Iets met Azoren en uitlopers naar Scandinavie. Geen idee wat het is,maar het klinkt onheilspellend.

In delen van de Achterhoek is het neerslagtekort  opgelopen naar 240 millimeter.

Onze koeien zijn weidekoeien, dat houdt in dat ze minimaal 120 dagen per jaar, 6 uur per dag buiten moeten lopen. Dat is niet eenvoudig deze dagen. Boer duwt ze na het melken de wei in. Gedeprimeerd staren ze naar de bruine weilanden, draaien zich om en rennen terug naar de stal.  Op zoek naar eten. Binnen krijgen ze, bij gebrek aan gras,  extra mais en krachtvoer. Boer zet ook het wintervoer voor hun neus. De deal is nu dat ze ’s nachts buiten zijn en daar houden ze zich aan.

Rond 10 augustus zijn de ronde balen op. Daarna zal Boer ergens voer vandaan moeten halen.

Om Boer af te leiden nam ik  hem mee naar een feest in Amsterdam. Bij Utrecht ging het al mis. ’Wat een sappige weilanden hebben ze hier nog! Dat krijg je als je onder de zeespiegel woont en al dat water om je heen hebt. Hoe moet ik dit aan mijn koeien uitleggen?’

Uitjes helpen dus niet. Gelukkig hebben we sport.

’s Morgens begint hij over de hoogterug en installeert zich voor de televisie.

Ik wil onder normale omstandigheden nog wel eens mopperen of er nog iets anders is dan voetbal, fietsen en tennis, maar nu ben ik blij dat sport hem door de dagen heen helpt.

Als het nog niet regent als de Tour de France is afgelopen, weet ik het niet meer.

 

 

.

.