Het is gaan regenen, al zijn de weergoden de Achterhoek slecht gezind.  Rond de boerderij viel slechts 16 millimeter.

Maar, je moet een gegeven regenbui niet in de bek kijken: er is een vleugje groen te bespeuren in de weilanden.

De koeien zijn weer buiten overdag in plaats van ’s nachts.

’s Morgens steken ze hun hoofd buiten de stal en geloven hun ogen niet: ‘Wat! Een grasspriet! En maar 25 graden??’

Ondanks de regenbuitjes is het voor een goede maisoogst te laat. Op het bosperceel is de mais geroosterd. Boer laat het volgende week hakselen, ook al zit er bijna geen kolf in. Veel te vroeg, maar anders blijft er helemaal niets over.

De woorden ‘stoppen met boeren’ zijn de afgelopen maanden vaker gevallen dan anders.

Droogte, voer bijkopen, meer uitgeven dan er binnenkomt, het lichaam continu belasten, afwachten welke regels er bijkomen en zeven dagen per week werken: waar doe je het voor.

Normaal gesproken gaan mensen op Boers leeftijd minder werken.  ‘Oudelullendagen opnemen’ noemt zijn vriend dat.

Boer heeft, dankzij een geweldige bedrijfsverzorger en goed naoberschap, altijd redelijk goed voor zichzelf gezorgd. Hij wilde per se jaarlijks wat langere tijd op reis en af en toe een paar dagen weg. Maar zijn vervanger stopt er begrijpelijkerwijs mee. Een paar uurtjes sappelen op een klein bedrijf: daar kan geen schoorsteen van roken. Bedrijfsverzorgers vinden lijkt onmogelijk: er zijn duizenden melkers nodig. Welke jong mens wil zeven dagen in de week werken voor een matig loon? Dus moet Boer volop doorwerken.

Als Boer stopt zijn er genoeg boeren die zijn fosfaatrechten willen kopen, voor veel geld.

Sommige boeren hebben geen keus, die moeten hun dure stallen afbetalen.

Als hij doorboert, blijft hij sappelen en als hij stopt kan hij er goed van leven.

Zeven dagen per week doorwerken en nauwelijks geld verdienen of stoppen en geld krijgen? Het antwoord lijkt makkelijk.