De zonnepanelen en warmteboiler zijn geïnstalleerd. Leuk dat vergroenen, maar ik stapte gisteren rillend uit een lauw bad: het warme water was op. Confronterend, want ik ga mijn hele verwende leven al in bad wanneer ik wil. Mijn nichtjes vragen soms: ‘Oma, vertel dat verhaal nog eens dat je in de oorlog op zaterdagavond in hetzelfde water als je broers en zussen moest badderen in een teil.’ Voor de kleinkinderen is het een verhaal, voor oma realiteit. Een stap terug doen voor het milieu zal vrijwillig lastig worden. In mijn omgeving valt regelmatig het woord vliegschaamte. Een vriendin zei: ‘Ik eet geen vlees, dus kan ik af en toe vliegen.’ Ik zelf vlieg en koop mijn schuldgevoel af door een boom te planten en vind dat ik goed bezig ben omdat ik nog maar weinig vlees eet en 100 rijd waar 130 is toegestaan. Ook neem ik wel eens de trein, terwijl het goedkoper met het vliegtuig kan. Vaker met de trein gaan lukt niet omdat ik decor en techniek mee moet nemen. Zo praat ik mijn gedrag goed. Ik heb maar één vriend die echt offers maakt voor het milieu. Hij koopt alleen biologisch Nederlands voedsel, rijdt geen auto en vliegt niet terwijl hij gek is op reizen en geld heeft. Hij ging als enige niet mee met zijn vogelclub naar Costa Rica om de fregatvogel te spotten omdat hij echt niet vliegt. Ook niet een beetje dus.Ik denk dat we op de bon moeten. We krijgen bonnen of rechten op maximale vervuiling per jaar. Je mag bijvoorbeeld 1x per jaar vliegen. Dat recht kun je aan een ander geven, die dan 2 x mag vliegen. In ruil daarvoor krijg jij het recht om extra in bad te gaan. Morgen begin ik met echte offers. Maar nu eerst proberen of ik nu wel een warm bad kan nemen.