BAKKIE

 

Boer en ik bezochten De Grote Surinametentoonstelling in Amsterdam.

Op een filmpje herkennen we Marsha Mormon. Ze vertelt over Plantage Reynsdorp, beter bekend als Bakkie.

Vorig jaar reisden we door prachtig Suriname en bezochten Bakkie: drie uur varen van Paramaribo. Marsha en haar man Bas leidden ons rond en vertelden hun bijzondere verhaal.

Marsha is geboren in Renkum, werkt als kapster in Lelystad, als Bas in 2005 een call-centre in Suriname begint. Ze verhuist met hem mee naar het land van haar voorouders. Ze wist niets van haar afkomst, tot haar opa uit Nederland op vakantie komt. Opa vertelt dat zijn opa als slaaf op een plantage geboren is. Marsha duikt in archieven en komt erachter dat haar betovergrootvader-later een vrijgemaakte slaaf-deels eigenaar was van een voormalige koffieplantage. Na de afschaffing van de slavernij raakten plantages in verval. Marsha en Bas vinden de overwoekerde plantage in de Warappakreek terug en besluiten het gebied te herstellen. Ze knappen de huizen op en zetten een kleinschalig toeristenoord op. Ze graven de dichtgeslibde kreek uit: een hels karwei. Ze vinden veel objecten uit de slavernij, die te zien zijn in hun kleine museum.

Naast oude jeneverflessen uit Nederland en unieke prenten, hangt een kromboei, een keten die nek en enkels via een te korte ketting verbond, zodat de slaaf gebocheld moest lopen en een kromme rug kreeg.

Marsha: ‘Er zijn vreselijke dingen gebeurd op deze plek. Ik móet hier zijn, want ik wil de geschiedenis van onze voorouders laten zien. Dat maakt het harde werken de moeite waard. Gelukkig hebben we sinds kort mede-investeerders, waaronder de overheid. Ons geld is op.’

Dat lijkt me belangrijk. Nederlandse rijkdom kwam in de Gouden Eeuw bepaald niet uit de lucht vallen.