Tijdens de afscheidsdienst van mijn moeder werd duidelijk hoe groot de ontwikkeling is die zij in haar leven doormaakte.

Mijn opa was grafdelver en het gezin woonde naast het kerkhof.

In grote armoede kwamen ze de oorlog door.

Moeder wilde studeren, maar daar was geen geld voor. Ze moest naar de huishoudschool om zich voor te bereiden op haar zorgtaken en een toekomstig gezin. Ze schreef zich stiekem in voor de verpleegstersopleiding en ontmoette mijn vader die in Tilburg studeerde.

Na hun huwelijk stopte ze met werken buitenshuis, net als de meeste vrouwen in die tijd. Het huishouden en zorgen voor kinderen was niet genoeg voor haar. Ze ging maatschappelijk werk studeren. Mijn vader paste op ons als ze naar school moest. Hij sputterde tegen: mannen van zijn generatie zorgden niet voor het eten.

Na de scheiding zette moeders emancipatiedrang door. Het huis zat vol feministische vrouwenpraatgroepen.

Sommige vrouwen werden na hun scheiding lesbisch. Of ze waren het al en kwamen er nu pas voor uit. De moeder van een vriendje ging verder met een vrouw. Dat vond hij niet leuk. Ik was blij dat mijn moeder nog steeds op mannen viel, zo conservatief was ik wel als kind.

Moeder legde uit dat het niet uitmaakt wie er voor kinderen zorgt, hetero’s, twee mannen of twee vrouwen. Als ze maar goede, liefdevolle zorg geven.

Mijn neef was lang vrijgezel. We plaagden hem in de familie en gaven hem advies hoe hij de meest begeerde vrijgezel van Haarlem kon worden.

Mijn moeder stuurde een kaart: ‘Misschien vind je een leuke vriendin. En als je met een jongen thuiskomt, houdt oma net zoveel van jou!’

Het was zondag Coming Out Day. Moeder vond het erg dat zo’n dag nog nodig was. Ik weet van mijn homoseksuele vrienden dat het helaas wel zo is.