Ik sprak laatst met de buurvrouw van mijn overleden moeder. Ze was bozig: “Waarom heeft ze die pil genomen; ze was nog zo goed! Ze had jullie om voor te leven en deed allemaal leuke dingen!’

Een andere reactie die ik krijg is: “Het is verdrietig dat je moeder niet meer van het leven genoot.”

Maar daar zat het niet in. Ze zag haar daad niet als zelfdoding, maar als waardig en op tijd sterven.

Ze zag vriendinnen wegkwijnen aan lelijke ziektes, of in een verpleeghuis liggen. De meesten zeiden toen ze gezond waren: “Als me dat overkomt, mag je me een spuitje geven’’

Moeder wilde regie houden: “Ik ben toch oud genoeg geworden?’ Ze was banger voor aftakeling, afhankelijkheid en lijden, dan voor de dood.

Ze had veel problemen met slikken en haar darmen. Ze wilde geen onderzoeken, behandelingen of operaties.

We konden haar moeilijk in een dwangbuis naar een dokter dwingen.

Mijn broer, zus en ik hadden één wens: dat ze het voor haarzelf en ons ‘humaan’ zou doen. Niet iets met poeders per post uit China. Meer wilden we niet weten; dat was onze grens.

Ze regelde het goed, via de ‘Coöperatie Laatste Wil, die leden informatie geeft over laatstewilmiddelen. Het verstrekken van zo’n middel wordt gezien als hulp bij zelfdoding. Het is strafbaar. Maar waar een wil is, is een pil.

We vroegen een gesprek aan met de CLW. Een aardige man vertelde over huiskamerbijeenkomsten die mijn moeder bijwoonde en over het bezoek bij haar thuis: ‘Jullie moeder was vrolijk en helder in haar keuze. Ze wilde dit alleen doen, zonder jullie van het moment op de hoogte te brengen.’

Natuurlijk doet dat ons pijn, die eenzame weg, maar haar visie op leven en dood was volstrekt duidelijk.

 Hoe verdrietig het ook is: ik ben trots op mijn moedige moedertje.