Toen ik hoorde dat ook ik corona had, dacht ik: ‘Als Boer maar niet benauwd wordt,’ en ‘Als we maar geen extra druk veroorzaken op de zorg.’ Daarna zei ik: ‘Nu we in quarantaine zitten, kunnen we mooi de koelkast schoonmaken.’ Toen onze klachten verergerden, bleek het een hele klus om de deur van de koelkast überhaupt open te krijgen. Boer lag als dweil in bed, dus sleepte ik me naar buiten om de koeien te voeren. Het hoogtepunt op dag 6 was het vullen van de papiercontainer. Dozen uit elkaar scheuren is hard werken.

Voor ik corona kreeg, vermoedde ik dat ik last zou krijgen van schuldgevoel. Dat bleek te kloppen. Hoe weinig mensen we ook zagen: via ons kwam er toch een keten op gang van testen en quarantaines. Het lijkt erop dat ik corona uit de Achterhoek importeerde in Haarlem. Ik wilde tijdens een dinertje met twee nichtjes naast de jongste zitten, die net negatief was getest: ‘Jij kunt me toch niet besmetten.’

Zul je altijd zien, komt je tante met aerosolen aanzetten. We bleven uit elkaars buurt en toch bleek mijn oudste nichtje later ook besmet. Door dezelfde opscheplepel? Via toiletbezoek?

Zondag appte een Haarlemse vriendin een filmpje van een demonstratie tegen coronamaatregelen. Je hoort ‘Vrouwen voor Vrijheid’ roepen: ‘Adem in, adem uit, liefde overwint alles.’

Liefde overwint geen ziektes, anders zouden onze geliefden nog leven, maar het sleept je wel door het leven heen.

Mensen sturen cadeautjes. Eén vriendin liet twee thermometers bezorgen: een roze voor mij en een groene voor Boer. Een ander bracht een saturatiemeter uit bezorgdheid om Boers astma. Liefde is ook: vrienden die eten voor je deur zetten.

Het gaat langzaam beter. Boer zei net: ‘Ik heb trek in abrikozen uit blik.’ Ik vraag onze vrienden of ze die voor de deur zetten.