De dag dat ik mijn nichtje besmette met corona vertelde ze dat ze zwanger was. “In de zomer kan ik jou en de baby vast weer knuffelen en besnuffelen!’’ riep ik blij.  Ze had heerlijke soep gemaakt: “Raad eens wat erin zit?’’ Ik proefde en rook pompoen, sinaasappel gember en kaneel.

Twee dagen later kregen Boer en ik coronaklachten, het beste samen te vatten als ‘door een kudde koeien overlopen.’ Wellicht hadden we een dag eerder kunnen weten dat we besmet waren. Boer riep geschokt toen ik aan het koken was: “Je hebt gerookt!’’

Ik rook niet en al helemaal niet in de keuken.

‘’Nee joh, het ruikt hier naar gas,’’ zei ik stellig.

Dat sloeg ook nergens op, want we koken op inductie.

Onze neuzen namen een loopje met ons.

Bij de meeste coronapatiënten herstellen reuk-en smaakzin zich na zo’n tien dagen. Een minderheid houdt langer last en er zijn mensen bij wie het sinds maart niet is teruggekomen. Inmiddels heeft Boer zijn smaak voor het grootste deel terug, maar eet hij dingen die hij nooit at, zoals abrikozen uit blik.

Ik proef en ruik nog steeds niets. Elke maaltijd is een teleurstelling en koffie smaakt naar de herinnering aan zweet. Het enige voordeel is dat ik slapend slank word. Waarom zou ik chips eten? Wijn smaakt hetzelfde als azijn. Ook geen enkel probleem om te laten staan. Mijn nichtje vond op de website neus.nu  tips over het trainen van geur en smaak. Via beeldbellen laten we elkaar geurparcoursen zien van haringen, azijn, koffiedrab en munt, waar we met onze neuzen langs gaan. Daarna steken we elkaar de loef af door zonder blikken of blozen een hap gember te nemen.

Het is een grappig experiment van smakelozen onder elkaar, maar ik hoop dat de luier van haar baby in juli gewoon naar poep ruikt en niet naar gas.