Boer was net weer een week aan het werk na zijn operatie, toen hij me vertelde dat hij een kalf had opgetild. Het advies van de arts was dat hij kon beginnen met lichte werkzaamheden en voor de zwaardere klussen hulp moest vragen. Er volgde een echtelijke woordenwisseling die ik kort zal samenvatten:
Ik: EIGENWIJS binnenkort WEER een hernia, NOOIT meer doen, IDIOOT!
Boer: JA MAAR, niemand thuis, kan het alleen, BEMOEI JE JE MEE!
U begrijpt dat ik uit bezorgdheid lelijk deed. Het is begrijpelijk dat Boer niet overal hulp voor wil vragen. En dit kalf overviel hem: het stiertje lag vijf weken voor hij verwacht werd ineens in de stal, het beestje woog maar 20 kilo.
Omdat ik de afgelopen tijd veel moest helpen, kwam ik er pas goed achter wat een zwaar beroep Boer heeft. Het melken is niet het grootse probleem: het gesleep met kalfjes, grond afgooien en beschermzeilen van de mais-en graskuilen trekken, maakt het zwaar.
Ik ben gaan netwerken in boerenland om er achter te komen hoe andere boeren zich fysiek staande houden. Van een van hen kreeg ik de briljante tip om Boer een kalverentaxi cadeau te doen: een kruiwagen met twee wielen die je kantelt en onder het kalf schuift. Met een lier takel je het beest omhoog.
Een week later diende zich een reuzenkalf aan. De moeder was al twee weken over tijd. Boer belde zijn vriend om samen met mij de bevalling te doen. In volstrekt ergonomisch onverantwoorde fysieke houdingen sleurden we de reus uit de koe: het beest woog meer dan 50 kilo. “ We tillen het beest samen in de kruiwagen en brengen hem naar zijn hok,” zei onze kameraad.’’ “Dat hoeft niet,’’ straalde Boer als een kind zo blij met zijn nieuwe speelgoed, ‘’Ik haal hem morgen wel op met mijn kalverentaxi.’’