Ik moest onlangs optreden op mijn oude middelbare school, in opdracht van de Katholieke Ouderenbond.
Na afloop meldde ik me bij de directie van de school en vroeg of er nog docenten waren die in mijn tijd lesgaven. De mij onbekende rector bracht me naar Hillebrand de Lange (roepnaam Billy) docent geschiedenis.
Toen ik het lokaal binnenkwam hoefde de rector me niet te introduceren:
“Jij zit zeker in de politiek!’’ riep Billy meteen.
Ik had verwacht dat hij zou zeggen:’’Ongelooflijk, dat er van jou iets terecht is gekomen.”
Ik stond een keer, met mijn gezicht op etterstand, in de deuropening van zijn lokaal toen hij met rollende ogen riep: “Ga weg, mijn les uit.!’ Ik zei: “Maar ik ben nog niet eens binnen.” Ik vond het zelf wel een geestig antwoord, maar Billy schreeuwde: “Ik wil jou nooit meer zien.” Ik werd een paar dagen geschorst.
Ik wilde nauwelijks deugen in de lessen maar in de schoolraad (waar Billy ook in zat) was ik bloedfanatiek. Ik bracht ijzersterke agendapunten in zoals: meer feesten en: lessen niet voor 11 uur ‘s ochtends. Ik vond leraren die tegen je aan stonden te praten ontzettend 1980.
De meeste vakken vond ik overbodig: inhoud kon je uit boeken halen. Empathie en mensenkennis: dat moesten wij mensen leren.
Ik stelde voor om rollenspelen te introduceren en te oefenen hoe het voelt als je wordt gepest. Of genegeerd.
Billy wist nog te vertellen dat ik een politieke partij wilde oprichten: de PvdIvdA. Het leek me het beste als ik verlicht despoot werd.
Ik wilde, gekleed als Zonnekoning Lodewijk de XIVe, bij het volk langsgaan om te controleren of ze de juiste dingen deden.(VPRO verplichten)
Voor mensen mochten stemmen moesten ze een examen doen of ze zich wel goed hadden ingelezen.
Ik was mijn tijd ver vooruit denk ik.