We zijn de kerstdagen goed doorgekomen.
Op Eerste Kerstdag aten we in een restaurant met een afvaardiging van Boers familie.
Een aanrader, want niemand heeft kook-of troepstress. De andere kerstdag brachten we genoeglijk door bij mijn familie in Haarlem.
Er was een tijd dat de kerstdagen voelden als een survivaltocht.
Mijn ex en ik hadden beiden gescheiden ouders. Onze vaders regelden snel nieuwe partners en onze moeders waren alleen. In volgorde van zieligheid verdeelden we de kerstdagen.
Mijn vader hertrouwde met een vrouw, die zich gestructureerd door het leven organiseerde. Ik herkende mijn vader niet meer: schaapachtig en geneerd belde hij in oktober op om het draaiboek rondom het kerstdiner door te nemen. Ik legde uit dat we eerst wilden overleggen met onze moeders. Wat zijn nieuwe vrouw niet eerlijk vond, omdat zij ons als eerste vroeg.
Mijn eigen chaotische moeder moest bij het idee aan gasten en koken in haar huis al op jonge leeftijd aan de beademing. Toen ze alleen was kon ze die dagen helemaal niet meer overzien. Liefst wilde ze er niets mee te maken hebben. Maar: je laat een alleenstaande ouder niet graag alleen; sterker nog: meestal ‘kreeg’ zij eerste Kerstdag.
De scheiding van mijn schoonouders maakte ik van dichtbij mee; het was geen ‘laten we vrienden blijven’ scheiding. Vader ging er met zijn twintig jaar jongere secretaresse vandoor. Sinds die tijd werd schoonmoeders missie: “Ik kleed hem uit en maak hem kapot.”
Bij mijn ex-schoonvader was het die jaren na de scheiding niet de vraag of hij met rode wijn gooide, maar wanneer. Iets met teveel alcohol in combinatie met dagvaardingen van de advocaat van zijn ex.
Ik herinner me een kerst waarbij we een muur opnieuw moesten witten vanwege een rode wijnvlek.
Nee, het was een vreedzame Kerst dit jaar.