Boer is eindelijk geopereerd aan zijn hernia. Ik heb zelden iemand zo opgelucht gezien als hij, toen hij bijkwam uit de narcose: “Ik ben van die gruwelijke zenuwpijn verlost!”
Na de operatie in september begon hij braaf aan zijn revalidatie: elke dag een stukje langer lopen en zitten. Zuster Irene draafde af en aan met koffie voor het bezoek en ze trok Boer sokken en schone pyjama’s aan. De deur van de boerderij stond zo open dat er driemaal daags bezoek voor mijn neus stond.
Naast opgelucht (ik ben geen zorgzaam type) voelde ik me schuldig, toen ik na twee weken weer vol aan de optreedbak moest. Gelukkig zag Boer het nuchter in: “Jij bent mijn beste melkkoe. De boerderij kost geld en jij verdient het.’’
Dus liet ik de revaliderende patiënt na twee weken regelmatig alleen om de boerderij te betalen. Om de kosten van de bedrijfsverzorging enigszins in toom te houden boden allerlei mensen fysieke hulp aan. Dagelijks controleerden bevriende naobers de waterpompen, stroomapparaten en koeien die op percelen liepen, die een stukje verder van de boerderij af liggen.
Mijn familieleden uit het westen lieten zich van hun beste kant zien. Mijn zus, haar man, de naobers en ik brachten de laatste koeien naar huis, terwijl mijn nichtje van 24 de stal eens extra goed schoonspoot.
Mijn broer – een stadse metroman in Italiaanse maatpakken met slangenleren laarzen en smetvrees (hij ruikt overal aan en is bang voor spinnen) – liet zich ook niet kisten. Samen verwijderden we met bezems en scheppen oude maïsresten van de betonplaat, zodat de nieuwe mais ingekuild kon worden.
Ik leerde mijn broer hoe hij de kleine trekker met platte kar moest besturen. De patiënt gaf vanuit bed nog wat instructies over een hendel op de meststrooier die we moesten omzetten, als we in de wei waren. Ter plaatse lukte het niet, maar mijn broer bedacht slim dat we wellicht de motor moesten uitzetten en dán pas de hendel omzetten. Bingo! Apetrots reed hij rond, terwijl het gras gezellig achter hem aan dwarrelde. Blij renden de droogstaande koeien achter hem aan om het extra voer te verorberen. Daarna haalden we een loodzware plastic rol bij de loonwerker om de maïskuil mee af te dichten. Ze stonden ons, de Randstedelingen, vreemd aan te kijken toen we met Boers trekker de grote hal binnenreden. Mijn broer was nu klaar voor het echte werk. De buurjongen leerde hem hoe hij de grote trekker moest besturen. Licht gespannen reed hij met de cultivator rond om de groenbemester in het land te laten inwerken.
Oost en west klaarden de klussen samen. Zodra Boer weer lang kan zitten, nodigen we ze allemaal uit voor de grote ‘Revalidatieparty’, een nieuwe Achterhoekse traditie. Met bier, want dat mag Boer weer, nu hij van de morfine af is.