Ik krijg de laatste weken veel media-aandacht voor mijn boek ‘Uitgemolken.’ Ik vertel elke keer dat Boer blij is dat hij geen boer meer is. Omdat het niet leuk is om elke dag te werken terwijl je bijna niks verdient en je voortdurend onder vuur ligt. Wij Nederlanders hebben een sterk verlangen om kritisch te zijn op anderen en steken zelden een hand in eigen boezem. Die steken we liever in de boezem van iemand anders. De vraag die steeds terugkomt van journalisten is: “Wat vind je van de boerenprotesten?’’ Ik probeer me van mijn genuanceerdste kant te laten zien, want voor je het weet krijg je doodsbedreigingen. Toen tijdens een boerenprotest een pick-uptruck rondreed met een doodskist met ‘Jesse’ erop, was ik er klaar mee. Het is luguber en ook groene partijen zeggen dingen waar iets inzit. Dat we tegen grenzen aanlopen, dus ook in de landbouw, lijkt me duidelijk. Dat snappen de meeste boeren zelf ook wel. Maar de boodschap die protesterende boeren brengen is broodnodig: verduurzamen kan niet van de lage voedselprijzen. Boeren willen eerlijke prijzen krijgen voor hun producten. Ik neem aan dat mensen het vreemd vinden dat supermarkten enorm profiteren van het gehamster in coronatijd terwijl boeren produceren rond de kostprijs? Het zou meer effect hebben als consumenten de protesten overnemen van boeren en met een bord voor de deur van een supermarkt gaan staan met de tekst:
Het is niet normaal dat ik een boer zo weinig betaal
Als ik boer was zou ik de boerengroepsapp waar verzamelen met trekkers veranderen in minder leveren aan supermarkten. Ik leerde ooit tijdens een economieles: bij schaarste stijgen de prijzen. Als er minder aanbod komt, moeten supermarkten wel meer gaan betalen.
Ik ga maar eens goedkoop hamsteren nu het nog kan.