AMBULANCE

 

Vorig jaar was ik druk met voorstellingen voor de Voorleesdagen. In één week deed ik Zeewolde, Twello, Meerssen, Wijchen en Heemskerk aan. Dit jaar kom ik nergens en maak niks mee. Ik bood mijn zus aan te helpen schilderen. En maakte zo toch een reisje.

Om 19 uur riep ik: ‘’Shit, de avondklok!’’

De Achterhoek was onhaalbaar, dus vertrok ik naar Amsterdam.

‘’Ik ga op straat staan tot ik een agent zie. Dan steek ik mijn tong uit en ren hard naar huis om 21.01. Of ik vervals een verklaring waarmee je toch op straat mag en die verkoop ik door voor veel geld,’’ grapte ik.

Uiteraard was ik op tijd binnen. Een uur later kreeg ik pijn op de borst en werd benauwd.

Ik belde de huisartsenpost, die een ambulance stuurde. Ik werd beplakt en geprikt. Toevallig had ik mezelf net die ochtend opgevoed: “Irene, je trekt twee dezelfde sokken aan en die onderbroek gooi je weg: er zit een gat in.”

De onderkant was prima in orde, maar daar wilde niemand zijn. De bovenkant bleek een strakke uitdaging: de hulpverlener moest mijn t-shirt openknippen.

‘’Hoeveel pijn heeft u op een schaal van 1 tot 10?’’ vroeg de ambulancebroeder.

Dat moet je mij niet vragen.

Ik kreeg ooit bij een auditie de vraag ‘’Welk cijfer geef je jezelf voor zang?’’

‘’Een 6,’’ zei ik. Later kreeg ik te horen: ‘’Je zingt heel veel beter dan een 6’’

‘’Bartoli is 10, Anouk 8, dus ik een 6,’’ rekende ik voor.

 

Ik dacht lang na: ik wilde niet over-of onderdrijven.

 ‘’Een 6.75,’’ zei ik. De broeder werd pissig. “Heeft u drugs gebruikt?’’

Ik dacht cynisch: “Ja ik kom net van een groot feest,’’ maar hield mijn mond.

Uren later mocht ik met een Eigen Verklaring Avondklok het ziekenhuis verlaten. Diagnose: post-acute covid. Schilderen en grapjes maken was wellicht te inspannend.