Sinds ik met Boer ben, heb ik spijt dat ik op school te druk was met zaken als rare achternamen/kleding van leraren en propjes schieten. Vooral bij biologie miste ik veel. Als het over bevruchting en kruisbestuiving ging, moest ik dringend blote poppetjes tekenen. Ik woonde in een stad dus kennis van de natuur had ik niet nodig: kersen kochten we in een winkel. Nu ik op een boerderij woon, weet ik pas hoe ingewikkeld het is om een kers in een doosje te krijgen. Er is altijd wat waardoor we geen kersen eten uit eigen boom: te droog, nat, schimmel of kapotgevroren. In een warm voorjaar, rijpen de kersen snel af. In de tijd dat wij met netten en nepkraaien aan het klungelen zijn, vliegen de vogels af en aan. Te laat.
“Dit jaar maken we er echt werk van,’’ zei Boer, ‘’De kersenboom stond dit koude voorjaar heel lang in bloei, dus hadden bijen veel tijd om bomen te bevruchten. Er zitten extreem veel kersen aan. Ze rijpen nu snel af: we moeten de vogels voor zijn.’’
Ik zette een Sarahpop met tandeloos oude vrouwenmasker naast de boom en probeerde dealtjes te sluiten met vogels: ‘’Als jullie de hooghangende kersen eten, dan beginnen wij beneden.’’ Het hielp niets. We moesten met zwaarder geschut komen. Boer leende een digitale vogelverschrikker tien minuten komt . Om de tien minuten kwam er vogelgekrijs uit de geluidsbox. Het werkt goed, al zijn vogels te slim om lang te foppen: op dag twee wachtten ze het gekrijs af en vlogen dan snel op de kersen af.
Boer stond vanmorgen om 5 uur op om de digitale vogelverschrikker aan te zetten. Ik hoorde hém krijsen: “HUSHH WEGGG!!’’ Ik keek uit het raam en zag snavels vol kersen. Ik meende in het vogelgekrijs lachen te horen: “Stomme sukkels, te laat opgestaan.’’ Ze spuwden nog net geen pit in Boers oog.