Boer zei donderdagavond: “We gaan morgen naar Zuid- Limburg. We zitten daar de komende dagen net goed met het weer. Daarna slaat het om.’’ Ik smeet wat kleding in een koffer en Boer boekte de enige accommodatie die nog beschikbaar was: een veel te duur kasteel voor wandelaars met bergschoenen en afritsbroeken. Normaal gaan we elk jaar naar Zuid-Limburg, maar het kwam er maar niet van. Boer liep in 2019 weer een hernia op, zijn bedrijfsverzorger stopte, sterfgevallen, corona. We hadden wel een kasteel verdiend. Ik wil u de ogen niet uitsteken, maar ik vat even de extreme luxe samen van het hotel volgens de boekingsbevestiging: een inloopdouche (we hoefden inderdaad niet te klimmen), gratis wifi (echt!), gratis parkeergelegenheid (niet dat we ooit ergens hoefden te betalen, maar toch) en ‘turning down service’. Geen idee wat het was, maar we konden koffiezetten op de kamer en er was gratis shampoo. Het hoogtepunt: gratis toiletpapier (ik verzin dit niet).
We maakten wandelingen en aten op een terras. Geen vuiltje aan de lucht tot Boer zei: “Ik ga nú afrekenen. Er zit een schoer an de loch en ik heb pien in de kneuken.’’ Vijf minuten later zaten we in de auto toen het noodweer losbarstte. Handig zo’n boer. Op het terras renden mensen in het onweer en stromende regen rond op zoek naar een schuilplaats.
Noodweer raasde over ons land en veroorzaakte in delen van het land veel schade aan huizen en gewassen. De volgende dag scheen de zon en wandelden we verder. “De zomertarwe staat er schitterend bij,’’ zei Boer. Toen we thuiskwamen zat er 42 millimeter in de regenmeter. Drie jaar achter elkaar hoorde de Achterhoek bij de droogste gebieden, maar nu pakte het een keer goed uit en zonder overlast.
Geluk moet je soms hebben in het leven.