Zaterdag was het koeienverplaatsdag: er wachtte een sappiger weiland. Toen ik voor het eerst moest koeienvangen dacht ik: we roepen ‘BERTHA’S!’ en ze lopen kwispelend de veekar in. Maar nee: ze renden hard weg toen ze ons zagen. Onze drie Brandrode hobbykoeien hebben hoorns. Dat maakt het extra spannend als ze op je af denderen. Er gebeuren genoeg ongelukken op boerderijen. De dierenarts kwam vroeger om de kalfjes te onthoornen. Na een verdoving, wipte de veearts het hoornpitje eruit. Ze kregen medicatie tegen eventuele napijn. Toen ik net op de boerderij was vond ik dat zielig. Om eerlijk te zijn: ik dacht toen dat koeien met hoorns stieren waren. Boer vergat ooit om kalf Klaartje te laten onthoornen en dacht: we zien wel. Als koe verwondde Klaartje (roepnaam Kliertje) andere koeien tot bloedens aan toe als ze bij de borstel wilde of zin had in brokjes. Ze stichtte haar eigen koelifaat in de stal. Ook buiten zocht Klier andere koeien op om ze even lekker te prikken. Sommige politieke partijen willen onthoornen verbieden en zeggen: als boeren extensiever werken verwonden ze elkaar niet. Maar Boer heeft nooit intensief geboerd; hij had dertig melkkoeien in een ruime stal. De twee koeien werkten mee, maar stiertje Floris bleef ontsnappen. Tegen een rennende puber begin je niets met vier volwassenen. Gelukkig waren de wagenbouwers op het erf en kregen we versterking. Met acht man dreven we ze de veekar in.
Ze staan weer rustig te grazen.