Daarmee bedoelde ze Bergen op Zoom. Mijn opa was doodgraver en het gezin woonde in het bos naast het kerkhof. Toen ze ouder werd, haalde ik moeder en haar zus wel eens op om het kerkhof te bezoeken. De dames stonden met hun armen te zwaaien en te wijzen: ‘Hier moest pa snel een graf maken voor 48 omgekomen burgers’. ‘Daar kwam een V1 neer. Die vuurden de Duitsers af op de Antwerpse haven. Jij bracht net een pannetje melk naar de buurvrouw toen het luchtalarm ging. Je was net op tijd in de schuilkelder’. De Slag om de Schelde maakte veel slachtoffers: opa had het druk in de oorlog.
Moeder zette haar wensen rondom haar afscheid op papier. Kennelijk was ze van gedachten veranderd. ‘Thuis’ werd Haarlem, dichtbij mijn zus. Bergen op Zoom is voor al haar kinderen en kleinkinderen ver weg. Het zwarte plastic bordje met haar naam dat de grafdelver plaatste, staat er nog. We wisten niets beters. Als we op het kerkhof rondkijken bij haar buren concluderen we steeds: ‘Dit past niet bij haar. Het komt wel’. Ik maakte deze zomer in Frankrijk kennis met een Poolse collega, een kunstenares die met hout werkt. Binnen 10 minuten hadden we het over haar dementerende moeder, hun gruwelijke Poolse familiegeschiedenis, mijn moeder die onder een boom begraven wilde worden en haar liefde voor de natuur. Toen wist ik het: ,,Wil jij het grafmonument maken?” Met betraande ogen zei ze: ,,Ik weet wat het moet worden”. Ze schuurde de schors van een boomstronk met prachtige wortels, brandde moeders woorden ‘Ween niet om een goede dood’, in het hout en zette het in de bootlak.
Volgende week zetten we het op haar graf. Moeder is tevreden. Soms weet je iets zeker.