Sinds het melkvee weg is, ren ik nog zelden achter koeien aan. Zaterdag moesten we weer eens ouderwets sprintjes trekken om onze Brandrode hobbykoe Vera te vangen. Toen ze in de veekar stond, zette Boer haar vast tot de sperma-inseminator arriveerde. Nadat we deze koeien kochten, bestelde Boer vijf rietjes sperma zodat er Brandrood nageslacht kan komen. Tot nu toe werden er drie stiertjes geboren. Toen de melkkoeien er nog waren, bleven stierkalfjes niet op de boerderij. Met reden, weet ik nu. Na de geboorte van Brandrode Wolly zei ik: ‘Hij blijft gezellig bij zijn moeder en tante’. ‘We zullen zien’, zei Boer. Het leek net het Wilde Westen. Puber Wolly viel de dames voortdurend lastig. Toen hij in Boers woorden ‘Jeuk an de vetveer’, kreeg, bezwangerde hij eerst zijn familieleden voor hij door het prikkeldraad naar de jonge dames van hiernaast denderde. Op tienerzwangerschappen zitten onze buren niet te wachten. Probeer maar eens een stier terug te krijgen. Ik vind koeien die op me af komen spannend, maar ik blijf staan onder het motto: nooit laten merken dat je bang bent. Toen Wolly in mijn richting sprintte, stapte ik opzij. Boer hing gelukkig ook de held niet uit. Met hulp van naobers konden we hem vangen. Sinds die uitbraak eten we vlees van eigen stier.
De koeien scharrelen rustig in de wei. Over negen maanden loopt er een kalf bij. Hoe lang weten we niet. Ze lopen naast een perceel mosterdzaad en kunnen fijn van zich afkijken sinds de mais van het land is. Na de oogst moeten boeren een vanggewas zaaien dat voorkomt dat stikstof uitspoelt in het grondwater. Boer koos voor mosterdzaad omdat het kleurrijk is, het bijen aantrekt en wild zich er in kan verschuilen.
Ons uitzicht is net een schilderij: Brandrode koeien met goudgele achtergrond.