In mijn jeugd gingen we een paar keer per jaar naar mijn Brabantse opa en oma in Bergen op Zoom. Mijn moeder kiende het zo uit dat we in ieder geval één keer in de aspergetijd gingen; dan kregen we asperges mee die oma in een natte theedoek wikkelde.
Mijn ouders zaten de hele terugreis te kwijlen en praten over roomboter, ham en ei. In de jaren zeventig kon je kennelijk geen asperges kopen in de supermarkt in Haarlem. Ik vroeg me alleen af waarom oma niet gewoon patat of pannenkoeken meegaf. Die hoefden we niet te schillen en konden we meteen opeten in de auto.
Mijn moeder maakte iets anders voor ons klaar, want we snapten de ophef over die witte stengels niet. Je urine ging er vreselijk van stinken, dat kon niet goed zijn. De kopjes van de asperges wilden we wel hebben; dat was te doen. Ik snap nu pas hoe onbaatzuchtig het ouderschap is: mijn ouders gaven het lekkerste gedeelte van hun
lievelingseten weg aan kinderen die liever knakworsten aten!
Inmiddels zijn Boer en ik zelf verslaafd aan asperges. Onze jaarlijkse verslaving is van korte duur: ergens tussen half april en 24 juni. Als ik dit schrijf is het nog maart, maar Boer en ik bereiden ons nu al voor op het goddelijke witte goud. We hebben onze favoriete witte aspergewijn al lang in huis gehaald. We kunnen ons vaak niet bedwingen en maken dan de fout asperges uit Peru te kopen, die rond de kerst in de supermarkt liggen. Ongelukkig knagen we op een taaie asperge van één euro per stuk. Asperges moeten kakelvers zijn, anders hoeft het niet. Daar betalen we met alle liefde veel geld voor. We rijden er zelfs een paar keer per week voor naar Duitsland. Door de ijstijd is in Elten een stuwwal ontstaan met precies de goede zandgrond om asperges op te telen. We halen kilo’s tegelijk, ook voor vrienden die dagen later terugkomen met asperges voor ons.
De grootste troef op de Duitse boerderij is de schilmachine. Die staat in de winkel, zodat het schillen onder je ogen gebeurt. Je wijst je lievelingsasperges aan – de A-, B- of C-keuze – en dan gaan ze door de schilmachine. Schinken, Kartoffel, Eier und Butter erbij voor een ware totaalbeleving. Het voorjaar van 2013 was het gelukkigste jaar uit ons leven. Het weer was briljant en de melkprijs hoog. Eind maart, op een zondag, waagden we de gok. Het bord ‘Frische Spargel vom Eltenberg’ stond nog niet aan de weg, maar we gaven niet op. De boerderijwinkel bleek open en de boerin begroette ons hartelijk: “Da sind sie wieder.” Voor vaste klanten hadden ze ’s ochtends al wat asperges gestoken.
We wisten niet hoe snel we thuis moesten komen!