Het gaat goed met de economie. De werkloosheid blijft maar dalen.

Dat is goed nieuws, maar voor mijn dagelijks leven is het een drama. Ik sta vaker in de file dan ooit. Van het vele reizen maakte ik vroeger een uitje. Dan ging ik eerder weg om de Waag in Gouda te bekijken of te wandelen op Urk.

Ik combineerde zelfs twee klussen op één dag, in verschillende steden. Het is allemaal kansloos geworden.

 

Als ik nu om 17 uur moet optreden in het land, vertrek ik om 13 uur. Soms zit het mee en hang ik uren rond op de locatie, maar meestal ben ik net op tijd.

Files door ongelukken. Er rijden steeds meer mensen rond en die zijn er de laatste jaren ook bij gaan appen en facebooken.

Die goede oude crisis: wat was het rustig op de weg.

Die goede oude filetijd. De spits duurde tot 9 uur en begon pas weer na 16 en. Nu sta ik om 10 uur nog muurvast tussen de bestelbusjes, vrachtwagens en pensionado’s met campers en museumjaarkaarten.

Je bent nergens en op geen enkel tijdstip meer veilig.  ’s Nachts sta ik in files vanwege wegwerkzaamheden en in het weekend door drukte bij woonboulevards. Leve de economie.

 

Toen ik Boer net kende hield ik mijn woonruimte aan vanwege mijn sociale contacten. Mijn huis in Amsterdam is inmiddels noodzakelijk geworden om te kunnen blijven werken. Ik kan veel klussen redelijkerwijs niet meer bereizen vanaf de boerderij. Iedereen die van de Achterhoek naar het westen reist, weet dat je het Velperbroekcircuit voor 6 uur ’s ochtends voorbij moet zijn.

Ik heb deze week een paar dagen filevrij thuisgewerkt. Tussendoor kon ik helpen met boerenklusjes.

Helaas mag ik van Boer niet op de loonlijst. Om onze decadente levensstijl te kunnen voortzetten, zal ik de weg weer op moeten.