In mijn vorige column schreef ik dat er altijd iets mis gaat als we op reis zijn.
Dat moet je natuurlijk niet opschrijven, want dat is vragen om problemen. Deze keer raasde er een storm door het land in onze afwezigheid. Dankzij de moderne communicatiemiddelen raken we in het buitenland nooit los van de Achterhoek. Boer heeft sinds dit jaar eindelijk een ‘schoeftelefoon.’ Hij rent nu als eerste naar de receptie in een hotel om te vragen of er WiFi is. We kregen bijna live verslag van de schade die DE storm 10.000 kilometer verderop aanrichtte.
Op het erf waren schilders aan het werk.
Het eerste appje dat we kregen was lollig: een foto van een koe die door de lucht vloog.
5 minuten later volgde het bericht dat er een raam was gesneuveld.
10 minuten later een app dat de staldeuren waren weggewaaid.
Nog wat foto’s van gesneuvelde dakpannen later, besloot Boer maar even te bellen met de Achterhoek.
Uiteraard gaat naoberschap in onze afwezigheid gewoon door en was er al van alles geregeld. Een buurvriend bestudeerde de schade, maakte foto’s voor de verzekering en belde de timmerman.
De schilders hadden al een nieuwe ruit besteld.
Op afstand stuurde Boer de boel aan: “Ik wil nieuwe staldeuren van damwand,” hoorde ik hem zeggen tegen de bedrijfsverzorger.
Met het Achterhoekse naoberschap kun je vele stormen weerstaan.
Op de avond van de Nederlandse storm maakten wij een andere natuurkracht mee: een Peruaanse aardbeving.
In het restaurant begonnen de tafels te trillen. De obers keken omhoog en gingen verder met leven. Dat stelde niets voor kennelijk.
De eerste app kwam binnen:’’Zijn er in Peru ook ruiten gesneuveld? Het episch centrum was ver van jullie vandaan gelukkig.”
10.000 kilometer verderop weten mensen beter op welke schaal het beefde dan wij zelf.