Vorige week kregen we een melding van het Vogeltrekstation.
Soort: Kerkuil (Tyto alba)
Conditie: dood, korter dan 1 week
Leeftijd: nestjong, niet vliegvlug
Meldplaats: Schipluiden
Op de ring zagen ze dat de dode kerkuil uit onze kast afkomstig was. Het beestje was ver van huis, zo’n 170 kilometer westwaarts. Ook in ons gebied kreeg de kerkuilenwerkgroep veel meldingen van dode kerkuilen: 23 stuks, waarvan 18 jonge uilen, die vorig jaar werden geringd. De uilen waren veel te licht en het borstbeen was goed te voelen. Een teken dat ze van de honger omkwamen. Als er minder dan 10 centimeter sneeuw valt, kunnen kerkuilen nog op hun gehoor afgaan om een muis te spotten; als er meer valt is dat bijna ondoenlijk. Zeker voor jonge uilen die weinig ervaring hebben met het vangen van muizen. Kerkuilen focussen zich vrijwel alleen op muizen; steenuilen en ransuilen eten ook nog andere dingen. Het dieet van de kerkuil is dus eenzijdig. Ik heb onze uilen vaak gezegd: ‘Word net als de baasjes flexitariër : alleen maar vlees eten maakt jullie kwetsbaar.’ Luisteren ho maar.
Boer ging vorig jaar voor het eerst mee om uilenkasten te inspecteren. Hij helpt bij het wegen, meten en ringen van de uiltjes. In mei trof hij met zijn uilenbaas drie uiltjes in onze kast aan, ongeveer een week oud. Op 30 juni wilden ze de uiltjes ringen en troffen er nog maar twee aan in de kast. ‘Waarschijnlijk hebben ze het broertje of zusje opgegeten omdat er te weinig voedsel was,’ zei de uilenbaas zonder in huilen uit te barsten. Boer wil nu een uil laten opzetten: ‘Dan leeft hij toch nog voort,’ zei hij, eveneens zonder (h)uilbui.
Dode uilen, uilen die een familielid opeten, een opgezette uil: sinds ik met Boer ben sta ik wel heel dichtbij de natuur ineens.