Mijn zus en ik spraken af om de eerste Moederdag zonder moeder bij haar graf door te brengen. Met picknickmand en wandeling erbij. Het werd tijd om haar dood een plek geven.

Moeder vond haar leven voltooid en regelde haar eigen dood. Ze wilde niet aftakelen: ‘Ik ben ouder geworden dan het gemiddelde. Dan is het toch goed?’ We snappen het, maar dat neemt niet weg dat zich, nu de regeldingen achter de rug zijn, steeds vaker beelden opdringen van een broos dametje dat er moederziel alleen tussenuit piept. Voor er fatsoenlijk gerouwd kan worden, stapelden de afgelopen tijd de doden zich op. In februari overleed een vriend van Boer. Boer vertelde tijdens de dienst mooie verhalen over hun vriendschap. Vlak daarna nam ik afscheid van mijn vriendin, na een ziekbed van een jaar. Ik schreef een verhaal met herinneringen aan onze vriendschap.

Ik wilde net een bezoekje aan haar man plannen om na te praten over de leegte die zij achterlaat, toen het volgende drama zich aandiende. Een andere vriend, die een grootse rol speelde in ons beider leven, bleek ongeneeslijk ziek. In een paar weken tijd was het voorbij; meedogenloos aangepakt door de gevreesde ziekte. In februari droegen Boer en vriend nog samen de kist van de andere vriend. En nu moet er weer een kist getild.

Op Moederdag stond ik niet bij het graf van mijn moeder, maar naast onze opgebaarde vriend. We dronken met de familie een drankje op zijn liefdevolle leven. Daarna moesten we door naar de condoleance van Boers oom. In de rij sprak iemand ons aan: ‘Gecondoleerd met jullie oom en vriend. Ik barstte in huilen uit, ongepast voor deze rij alleen. Ik huilde om alle doden tegelijk en om iedereen die zonder moeder, vader, partner, kind, zus, of vriend achterblijft.

 

 

 

 

 

.