Het is weer voorbij die droge zomer. De hemel zij dank voor de 35 millimeter die eindelijk uit de lucht viel. Boer is minder geobsedeerd door het weer dan toen hij nog melkkoeien had, maar de droogte bleef dagelijks onderwerp van gesprek. Onze van nature vrolijke Brandrode hobbykoeien sjokten teleurgesteld over de gele prairies, op zoek naar een groen grassprietje. We voerden ze bij met wintervoer en koeienkoek.
De grootste zorg, was het uitbreken van de koeien. Door het droge weer is de bodem een stuk minder vochtig waardoor de aarding slecht werkt. Aarding zorgt ervoor dat als een koe een draad raakt, er stroom via de hoeven op de grond wordt geleid naar het schrikdraadapparaat. Ze krijgen een schokje en blijven netjes achter de draad. Koeien hebben snel door als er geen stroom op de draden staat: ze lopen er dwars doorheen. Het baasje repareert de boel wel. Om de haverklap stonden ze de laatste weken bij de buren: even kijken of het gras daar groener is. Onze stier heeft nog een reden om uit te breken: de pinken die er lopen: leuke dames! Naast gruwelijk uitsloofgedrag (kijk eens hoe goed ik kuilen kan graven) loeit hij de oren van je kop. Onze koeien zijn met een goed gesprek en extra koek redelijk eenvoudig terug te drijven naar huis, maar onze stier is andere koek. Die wil naar de vrouwtjes: “Hij heeft jeuk an de vetveer,” zegt Boer. Het beest is met 14 maanden al imposant met een enorme dikke nek. Boer laat zich zonder problemen opsluiten met koeien in de veekar; met een stier kijkt hij wel uit. Er worden naar schatting jaarlijks drie boeren gedood door hun eigen stier. Het is elke keer een opluchting als de beesten thuis zijn. Na de regen gloort er groene hoop in de wei en staat er stroom op de draad.
Even rust in de tent.