Zondag waren mijn broer, zus en ik in Haarlem om de sterfdag van moeder te herdenken. We besloten iets te doen dat bij haar paste en bezochten een concert van gevluchte Oekraïense musici. De opbrengst gaat naar de wederopbouw van het conservatorium in Kharkiv. Het concert vond plaats in de voormalige koepelgevangenis. De burgemeester hield een praatje over vrijheid en zelfbeschikkingsrecht. Mijn gedachten dwaalden af naar de dag dat moeder een pil nam die een einde maakte aan haar leven. Ze wilde leven aan de dagen toevoegen; geen dagen aan het leven. Vrijheid was heel belangrijk voor haar: de oorlog zette krasjes op haar ziel. Ze moest naar de huishoudschool, maar dramde net zo lang door tot ze de verpleegstersopleiding mocht doen. Ze maakte zich vrij van religieuze dogma’s; van armoede; een ongelukkig huwelijk en scandeerde tussen de Dolle Mina’s: “Baas in eigen buik. “ De dood afwachten paste niet bij haar. Ze viel af, maar wilde niet naar een dokter: “Ik hoef geen diagnose want ik wil toch geen behandelingen. Ik ben 84: waarom mag een mens niet een keer dood?”
In de zomer van 2020, toen de lockdownregels versoepelden, genoot ze van herwonnen vrijheid. Ze ging uit lunchen, naar theater, concerten en musea. Sinds ze de pil in huis had, was ze opgelucht. Ze had ongemakken, stopte zich vol pijnstillers en rollatorde er op uit. Die pil gaf haar de vrijheid om te gaan wanneer ze er klaar voor, of klaar mee was. Het is maar goed dat ze niet weet dat er, vlak na haar dood, een rechtszaak is aangespannen tegen de Coöperatie Laatste Wil. Een aantal leden werd deelname aan een criminele organisatie ten laste gelegd. Advies geven mag, maar het verstrekken van een zelfdodingspoeder blijft strafbaar. Voor moeder waren het vrijheidsstrijders.