KOEIENGEDOE

 

Toen de melkkoeien van de boerderij weggingen zei Boer: “Ik blijf nooit meer thuis voor dieren.’’

Het werd wel erg stil en vorig jaar kwamen er drie Brandrode koeien. De beesten zijn er niet voor de melkproductie, dus Boer verwachtte er weinig werk aan te hebben. Om te voorkomen dat het stierkalfje zijn zus en moeder zou bezwangeren, liet Boer de dames insemineren. Bij koe Vera liep de bevalling vanzelf.  Koe Djurban zou haar eerste kalf rond 1 augustus moeten krijgen. Boer zag haar ‘werken’ maar de pootjes kwamen niet. Hij wilde controleren of het kalf wel goed lag, maar een landschapskoe is niet voor één gat te vangen. Boer liep dagelijks tussen de melkkoeien, dus díe waren behoorlijk tam. Met hulptroepen lukte het om de koe in de veekar vast te zetten. Boers arm verdween in de koe en voelde dat het kalf niet goed lag: dat kon geen natuurlijke bevalling worden. Na veel getrek en geduw in ergonomisch onverantwoorde houdingen, kwam het kalf op aarde. Moeder en zoon begrepen elkaar niet: de koe bood haar uier niet aan en het kalf zocht het niet op. De koe liep vaak weg en liet haar kalf alleen. Ze liet zich niet met de hand melken, dus haalde Boer biest op bij zijn nichtje die melkkoeien heeft. Toen moeder ver weg stond te grazen, sloop ik met de biest in een fles de wei in. Ik hield het kalf in de houtgreep, wrikte zijn tanden uit elkaar en propte de speen van de fles in zijn bek. Eindelijk kreeg het beest door hoeveel honger hij had en hoe lekker melk is. Inmiddels had de koe me in de gaten en denderde mijn kant op. Ik draafde weg en rolde snel onder de draad de wei uit.

Vanmorgen dronk het kalf eindelijk bij zijn moeder. Allemaal leuk en aardig, maar als je koeien hebt, moet je thuisblijven.