Zaterdag was het eindelijk hoefjesdag voor onze twee Brandrode koeien: de feestelijke dag dat ze weer naar buiten konden. Blij renden de dames de wei in, sprongen een paar keer in de lucht, verkenden de grenzen van het weiland en begonnen te grazen. Gras genoeg.
Toen de melkkoeien weg waren en we deze hobbykoeien kochten in 2020, gingen we ervan uit dat ze het hele jaar buiten konden blijven. Ze hoeven niet te werken, dus hebben ze weinig nodig. Het zijn sobere beesten die nooit klagen. Als er gras is en water, je ze ’s winters hooi bijvoert en af en toe een koeienkoek geeft zijn ze tevreden.
De hevige sneeuwval in 2021 gooide roet in het eten: ze moesten naar binnen. Twee weken, toen konden we weer in de wei. Dat vonden we toen lang.
Dit jaar stonden ze bijna vier maanden op stal vanwege de vele regen. In de twintig jaar dat ik op de boerderij ben, maakte ik nooit eerder mee dat er vijvers in de weilanden stonden. Het water zakt nu eindelijk weg. Boer zei afgelopen weken dagelijks dat hij blij was dat hij geen melkvee meer heeft. Mest uitrijden op het land was niet te doen de afgelopen tijd. We probeerde ze zo lang mogelijk buiten te laten lopen. Ze kunnen best tegen regen. Maar er viel zoveel water dat ze wegzakten in de modder. Ze trapten al het gras, hun voedsel kapot en ze konden nergens meer droog liggen. Ik vertelde ze meerdere keren dat ze nu echt bijna naar buiten mochten. En dan kwam ik weer terug met het nieuws dat het toch niet doorging omdat het weer regende. Met een extra koeienkoek om ze te paaien. Ze keken met steeds wantrouwiger aan. Ze verloren al hun vertrouwen in de mensheid. Het was ook moeilijk uit te leggen. De deuren van de stal stonden open en ze voelden dat de temperatuur prima was.
Er was genoeg gras, het was een warme winter
Het regende ook als de buienradar aangaf dat het echt niet ging regenen.
Terwijl ik dit schrijf zie ik de koeien in de wei scharrelen. Het gaat nu echt niet meer hysterisch regenen de komende tijd. Echt niet.