We waren met de oudheidkundige vereniging op oorlogspad.  Met een bus vol Achterhoekers bezochten we plekken in de omgeving Oosterbeek-Arnhem die een rol speelden in operatie Market Garden. Op 17 september 1944 verliepen de luchtlandingen zonder veel problemen. Daarna ging veel mis. Het doel was om alle strategische bruggen te veroveren. De cruciale John Frostbrug kon niet worden behouden: A bridge too far.

Onder de brug laat onze gids aan de hand van luchtfoto’s zien hoe de situatie die dagen was. Alles werd kapotgeschoten en de 700 soldaten die de brug verdedigden, zaten als ratten in de val. Een medereiziger wijst naar de overkant van de Rijn waar hij als kind woonde. Het gezin moest vluchten en kwam in Varsseveld terecht. De mislukte operatie leidde tot grote vertraging van de geallieerde opmars naar het westen. Ik herinner me verhalen van mijn Bennebroekse vader over de hongerwinter en buikpuin door het eten van bloembollen. Hij wilde nooit naar Zandvoort. Te veel Duitsers. “Laat de moffen op hun eigen strand gaan liggen, ik wil dat Duitse geschreeuw nooit meer horen.”

De bevrijding hing nu af van de Westerschelde en de Antwerpse haven.  De Slag om de Schelde werd één van de zwaarste militaire operaties in ons land. In Brabant stortten veel vliegtuigen en VI´s neer, ook op de Wouwse plantage waar mijn moeder opgroeide. Mijn opa was doodgraver en moest veel soldaten en burgers begraven. Moeder stond erbij en keek ernaar.  Als boeren hadden gerooid, raapte ze achtergebleven aardappelen op. Hoe arm ze thuis ook waren: er was voedsel.

We vonden pa´s moffentirades vaak irritant en we snapten niet waarom mijn moeder angstig naar boven keek als er vliegtuigen overkwamen, maar ik begrijp het nu beter. Het was pas 30 jaar na de oorlog. Niet alle wonden helen snel.