Ooit, in de jaren 80, studeerde ik Europese studies. Ik was zo geschrokken van al die verhalen tijdens de geschiedenislessen over oorlogen op Europees grondgebied, dat ik het motto van de Europese Unie goed in mijn oren knoopte: nooit meer oorlog. “Een sterk Europa is van wezenlijk belang. Duitsland en Frankrijk slaan elkaar zo weer de hersens in en de Russen vinden ons ook niet leuk,” zei mijn vader. 

Uiteraard zitten er nadelen aan de EU maar het alternatief is niet beter.  Een wijze les die we hopelijk van de Brexitpuinhoop langer onthouden dan een paar jaar. In 2016 voelde nog ruim 40% voor een Nexit. Die luxe konden we ons permitteren vanuit onze verwende welvarende stoel en een schijnbaar veilig Europa op dat moment.

Boer en ik reizen dit jaar naar plaatsen die op het Europees strijdtoneel een rol speelden.  

Straatburg en een rondje Elzas waar de Fransen en Duitsers altijd om vochten, Gdansk waar de tweede wereldoorlog uitbrak en als toetje Wolfsschanze, Hitlers bunkercomplex in Polen. Hier vond de laatste mislukte aanslag op zijn leven plaats onder de naam operatie Walkűre.

In juli 1944 plaatste officier von Stauffenberg tijdens een vergadering een bom onder tafel. Iemand verplaatste de tas nadat hij de bunker verliet. De bom ging af, maar Hitler overleefde de aanslag. Hij hield er alleen wat wonden en gescheurde trommelvliezen aan over.

Op foto’s zien we Hitler rondwandelen tussen de bunkers met zijn herdershond Blondi, die hij cadeau kreeg van Nazikopstuk Bormann. In een bunker zijn gevonden voorwerpen te zien zoals tandenborstels, kammetjes en tubes. “Misschien had Hitler wel aambeien,” schoot door me heen.

Wat zeker is dat Hitler één Europa wilde.

Daar bedoelde hij uiteraard geen Europese Unie mee als samenwerkingsverbond.