Maandag maakte de jury de winnaar van de Lichtenvoordse Bloemencorso bekend: bouwgroep Boschkempers met hun wagen ´´Nachtdiertje.“ We hadden geluk dat deze wagen lang stil stond voor onze neuzen. Ogen, oren en pootjes bewogen subtiel tot het beest in slaap viel. En weer wakker werd. Je zou maar in de jury zitten: ik had geen keus kunnen maken uit de achttien imposante bloemenwagens. Dankzij goede connecties met andere corsoplaatsen konden de bouwers aan genoeg dahlia’s komen: we zagen het afgelopen jaar heel veel verzopen knollen op de Lichtenvoordse velden.  Ik begreep niets van volksfeesten en optochten voor ik in de Achterhoek kwam. Waarom zou je gaan kijken als je ouder bent dan acht? Ik had geen benul van de sociale betekenis ervan voor een dorp. Als kind vond ik de bloemencorso in mijn geboortestad Haarlem prachtig, maar toen ik ouder werd liep ik er niet meer voor om. Het werd een steeds groter, indrukwekkender maar behoorlijk commercieel evenement. De wagens maken een tocht van 42 kilometer door de bollenstreek en het is de enige corso met hyacinten, tulpen en narcissen.  Inmiddels komen er een miljoen bezoekers op af. Een sociaal smeermiddel is het niet voor bewoners. Wellicht omdat er geen volksfeest aan verbonden is? De eerste keer dat ik de corso in Lichtenvoorde zag, hoorde ik dat 4000 mensen, jong en oud, maandenlang bezig zijn met voorbereidingen van de wagens. De laatste dagen wordt er dag en nacht doorgewerkt en zijn honderden mensen bezig zijn met ‘kontjes kniepen,’ ook de ouderen. Daarna barst het volksfeest los, met genoeg bier. Het is een enorm sociaal smeermiddel. Wij, van een naburig dorp, kregen uit een tuin drankjes aangeboden. Volgend jaar nemen we een koelbox mee: dan kunnen we ook uitdelen.