Het was de eerste keer sinds ik verkering heb met Boer (2003) dat ik Koningsdag in de Achterhoek vierde. Al die jaren was ik aan het zingen met mijn orkest in Amsterdam. Optreden met gelijkgestemden, kijken hoe andere mensen dansen op jouw muziek en tussendoor kletsen met vrienden die langskomen: iets feestelijker ken ik niet. In een Amsterdamse mensenmassa schuifelen en de hele dag bierdrinken vond ik als jongeling al een opgave. Wij meiden stonden een groot deel van de dag in een rij te wachten voor een toilet, terwijl de jongens in de gracht plasten. Sinds ik optreed verheug ik me pas op de oranje feestdag. Helaas ging ons optreden dit jaar niet door. En vroeg ik me af: hoe overleef je Koningsdag als je niet optreedt?
Ik besloot aan te haken bij Oranjefans en naar het hol van de leeuw te gaan in Doetinchem. We waren er al om 9 uur. Alles voor een goede plek. De koningshuiskenners om me heen praatten me bij: “Die jongen staat altijd vooraan met een cadeau. Ook met Prinsjesdag.” Er hing een aftelklok. De spanning steeg. Toen de koninklijke familie uit de bus stapte, begon Normaal te spelen. Wij zongen uiteraard keihard mee. Net als de koning en zijn familie. Ik zeg oeh! (Oeh!)
Ik zeg ah! (Ah!)
Ik zeg oeh! (Oeh!)
Oeh! (Oeh!) Oehoe oehoerend hard kwamen zie daor aangescheurd. Willem en Amalia kwamen onze kant op, we konden hen aanraken. Ze gaven hun grote fan een hand, en Willem nam het cadeautje aan, een fles oranjebitter. Toen ze voorbij waren verplaatsten we ons naar het eindpunt van de route bij de molen. Vanwege de drukte verloren we het zicht op de koninkijke familie maar we zongen wel luidkeels mee met Suzan en Freek: Het is stil hier aan de overkant maar ik kom hier vandáán!
Het was een mooie dag. Het keihard meezingen maakte het afkicken een stuk lichter.