Ons koningspaar is op staatsbezoek in Suriname om stil te staan bij 50 jaar onafhankelijkheid. Boer en ik reisden in 2019 door Suriname. Ik ga ervanuit dat Willem en Maxima net zo overdonderd zullen zijn als wij door de prachtige natuur, magische rivieren, plantages en levenslustige bevolking. De vervallen gebouwen in Paramaribo en slechte wegen zullen hen ook opvallen, tenzij ze overal omheen worden geleid. Ze gaan ongetwijfeld op de foto bij het standbeeld van Koningin Wilhelmina naast Fort Zeelandia en zien kogelgaten in muren: de stille getuigen van de decembermoorden in 1982 onder de Boutersedictatuur.

Hoe fijn het ook was in Suriname: ik schaamde me vaak kapot.  Ik heb zes jaar geschiedenisonderwijs genoten. ( nou, genieten:  de moraal was duidelijk: mensen gaan van oorlog naar oorlog, vergeten snel en slaan elkaar dan maar weer de hersens in) maar kritisch op ons slavernijverleden waren we totaal niet. Ik was als kind trots op ons kikkerlandje dat overal in de wereld koloniën had. Niet school maar mijn vader hielp me uit de droom: “Wij danken onze welvaart aan slavernij en roofden onze koloniën leeg.”

Wat dat inhield, is voelbaar op de plantages die nog in gebruik zijn voor toerisme en de lokale markt. Op plantage Bakkie, drie uur varen van Paramaribo, leidde Marsha, geboren en getogen in Renkum, ons rond. Ze dook in archieven en kwam erachter dat haar betovergrootvader-na de afschaffing van de slavernij-deels eigenaar werd van een voormalige koffieplantage. Ze gaf alles op en vertrok naar Suriname. Marsha vond de overwoekerde plantage terug en herstelde het gebied. Het ziet er idyllisch uit. Tot je objecten ziet die ze vond, zoals de kromboei, een keten die nek en enkels via een te korte ketting verbond, zodat de slaaf gebocheld moest lopen. Het werk op de plantages was zwaar en de straffen walgelijk.

Het is te hopen dat de nieuwe president Suriname met goed bestuur vooruithelpt.  Die verschillende etnische groepen met elkaar kan verbinden (die wij als kolonisator bij elkaar brachten om voor ons te werken.)

Zo’n prachtig land vol natuurlijke hulpbronnen, vier keer groter dan Nederland met maar 640.000 inwoners, zou niet anders dan welvarend moeten zijn.