Ik had laatst een reünie met vriendinnen uit mijn studietijd. Het onderwijstekort kwam ter sprake. Op sommige scholen in Amsterdam staat de komende tijd een ambtenaar voor de klas. De onderwijsministers willen de crisis bezweren door zij-instromers, deeltijdstudenten en werkloze leraren voor de klas te zetten. En vragen aan parttimers om meer te werken. Vier dames staan voor de klas; twee of drie dagen sinds de komst van hun kinderen. Die zijn inmiddels groot of het huis uit. Meer werken willen ze niet; ze genieten van vrije tijd. Door de gunstige economie is voor veel mensen een parttime baan genoeg om van te leven in Nederland. Daar komt bij dat meer werken vaak niet loont. Ik weet het uit ervaring: Ik heb me in 2016, vanwege ziekte van collega’s, over de kop gewerkt. Mijn boekhouder zei: ‘Financieel levert het je relatief weinig extra op.’ Ik hoopte dat ik als beloning lang op vakantie kon om bij te komen van het vele werken en ADFS. (Alle Dagen File Stress) Maar het kwam erop neer dat ik heel veel inkomstenbelasting moest betalen; ik zat ineens in een schijf waar ik nog nooit van had gehoord. Ik vroeg mijn onderwijsvriendinnen of hen was gevraagd om meer te werken. Twee gescheiden vriendinnen riepen in koor: ‘Zo vaak, maar als ik 4 uur meer werk per week, raak ik mijn huursubsidie kwijt.’ Ik opperde: ‘Maar dan betaalt iemand anders toch jouw huursubsidie, ik bijvoorbeeld?’ Ze reageerden als door een wesp gestoken: ‘Het gaat toch om de collectiviteit?’ Maar werken moet ook beloond worden en dat geld is toch voor vluchtelingen, oude en zieke mensen?’ probeerde ik nog.’ ‘Je lijkt wel zo’n vieze VVD‘er sinds je veel werkt zei mijn vriendin.’ De dames keken met vernietigend aan.